Talent Laurens van Hoepen is moordende concurrentie de baas in Kerpen: "Het voelde erg goed"

KERPEN - Zijn resultaten op op het circuit van Kerpen waren een bevestiging van de talentstatus die hij heeft: karter Laurens van Hoepen werd zondag eerste en tweede in de twee finales in het prestigieuze OK Junior-kampioenschap tijdens de derde ronde van het DKM-kampioenschap. De twaalfjarige inwoner van Wassenaar bewees zo dat hij zich maar blijft ontwikkelen en de moordende concurrentie in de klasse aankan.

Dat hij kan racen, bewees hij vorig jaar al wel. Toen werd hij Nederlands kampioen in de Mini Junioren-klasse en won de Europese titel in de X30 Mini. Voor dit jaar maakte hij een grote sprong met de overstap naar de OK Junior-klasse. Meteen meldde hij zich voorin in de sterkste competities, zoals de WSK, EK en DKM. Een heel grote stap die hij verrassend goed heeft verwerkt. “In de winter was ik veel in Italië om te racen, zoals in het WSK-kampioenschap”, blikte hij terug op zijn seizoen. “Eigenlijk ging het vanaf het begin meteen goed. Ik kon me goed handhaven. In Lonato ging de Winter Cup al heel goed. Ik had me als derde gekwalificeerd. Helaas had ik beetje pech met de motoren in de heats, maar in de finale ben ik goed terug gereden naar P8 in zo’n startveld.”

De WSK-rondes in La Conca en Sarno gingen ook goed. “Die reden we als training op het EK in Sarno. Ook daar zat ik er goed bij, maar alles moet kloppen, net als bij het EK in Ampfing. Ik ben blij dat ik competitief ben. Soms zie je het niet echt in de resultaten, want ik heb ook wel wat pech gehad, zoals bij het EK in Engeland op PFI. Hoeveel kan pech kan een rijder hebben? Maar het hoort erbij. Het is altijd een kwestie van positief blijven en doorzetten.”

Laurens van Hoepen komt uit voor het fabrieksteam van TonyKart. Vele beroemde rijders gingen hem voor. “Tony Kart is beroemd. Het is een heel goed team, met supergoede spullen. Je hebt er een goed datasysteem. En ervaren karters als Puhakka en Ardigo helpen ons met driver coaching. Je leert veel van zulke rijders, best gaaf. Ik kan ook goed samenwerken met mijn monteur, Claudio Dionsini. Hij geeft me goede tips.”

Laurens, die de topsportstatus van de KNAF heeft, rijdt dit seizoen het WSK, DKM en het EK. Het is zijn eerste jaar in grote karts. Tijdens de DKM-ronde in Kerpen verliep zondag alles, op zijn zachtst gezegd, naar wens. Hij voelde dat een stunt in de maak was. Al in de trainingen ging hij snel over de piste van Kerpen, waar mannen als Michael Schumacher en Sebastian Vettel het karten hebben geleerd. “Het ging heel lekker. De kwalificatie ging heel goed. Ik wist al dat ik snel was; ik was tweede in mijn groep en vierde totaal.”

Het betekende dat hij elke heat van de derde plek kon starten. “De eerste heat ging ook heel erg goed, ik reed met Zak O’Sullivan weg. We gingen het samen uitvechten. Ik dwong hem in een foutje en toen won ik heat één.” In de tweede heat ontvouwde zich eenzelfde scenario. Weer lag Laurens in de clinch met O’Sullivan, maar de Brit verdedigde goed. “Ik kon er niet voorbij. Maar ik was blij met P2.”


In de eerste finale lag hij na de eerste bocht derde. “Ik volgde Thomas (Ten Brinke, red.), die de doorstootte naar de kop en de volgende ronde haalde ik hem in. Daarna keek ik achter me en ik zag dat er niemand reed. Ik had een groot gat en toen won ik de race. Ik kon het niet geloven. Het voelde erg goed, winnen in de DKM. Ik kreeg een grote beker.”

In de tweede finale was Laurens weer met Zak O’Sullivan weg, maar nu werd hij tweede. "Natuurlijk had hij liever gewonnen, maar balen, dat deed hij niet. “Ik heb twee keer het podium gehaald. Daar ben ik heel blij mee. Het ging heel lekker. Eindelijk weer een podiumplaats. Iedereen die meedoet aan het EK was er ook, dus ik heb een goed gevoel voor de volgende races.”