De records van Audi in de 24 uren van Le Mans
Uitgegeven door Bas Kaligis • 22 juni 2013 14:21
In 1999 nam Audi voor het eerst deel aan de 24 Uur van Le Mans. Een jaar later volgde de eerste overwinning en inmiddels behaalde het merk in de afgelopen 14 edities niet minder dan elf overwinningen, een percentage van 78,6 procent. Het aantal podiumplaatsen voor Audi in Le Mans bedraagt maar liefst 27. In de jaren 2000, 2002, 2004, 2010 en 2012 werd telkens het volledige podium door Audi-teams bezet. Ook heeft Audi het afstandsrecord in handen: in 2010 verbeterde Audi met de R15 TDI het sinds 1971 bestaande record met 75,4 kilometer tot een totale afstand van 5.410,713 kilometer. Dit jaar starten oud-F1-coureur Tom Kristensen en Allan McNish racen met de Fransman Loic Duval en vertrokken vanaf pole position.

Le Mans als kraamkamer voor innovaties
Sinds de eerste 24-uursrace in Le Mans in 1923 zijn er tijdens deze wedstrijd heel wat nieuwe technologieën onder extreme omstandigheden getest, die daarna hun weg in de serieproductie van de auto-industrie hebben gevonden. Zo werden de schijfremmen (1953), turbo-technologie (1974), de Wankel-motor (1970), remmen van koolstofvezel (1990) allemaal in Le Mans getest. Ook bij Audi speelt de 24 Uur van Le Mans op dit front een belangrijke rol. Zo won Audi in 2001 ondermeer dankzij de directe benzine-inspuiting TFSI, die later op grote schaal in de serieproductie werd toegepast. In 2006 won Audi als eerste fabrikant met een dieselmotor de 24 Uur van Le Mans. Ook de variabele turbine-geometrie (VTG) in de Audi TDI-motor in 2011 leverde een belangrijke bijdrage tot succes, evenals de hybride-technologie in de Audi R18 e-tron quattro van vorig jaar. Andere voorbeelden van innovaties die Audi in de afgelopen jaren uitgebreid in Le Mans testte zijn de ultra-lichtgewicht constructie en de LED-verlichtingstechnologie.
Efficiëntie is een bijzonder belangrijke factor voor succes in Le Mans. Zo slaagde Audi er in de jaren tussen 2000 en 2010 al in om het brandstofverbruik met meer dan tien procent te verminderen, hoewel de gemiddelde snelheid tijdens de race in die periode toenam van 208,6 naar 225,2 km/u. De eerste overwinning met behulp van hybride-technologie in 2012 betekende opnieuw een belangrijke stap vooruit: het verbruik werd verminderd tot 33,34 liter per 100 km, een reductie van tien procent in vergelijking met de overwinning van een jaar eerder. “In geen enkele andere raceserie leidt het reglement in een dergelijke omvang tot innovatie en de meest efficiënte oplossingen. Le Mans wijst al sinds lange tijd de weg naar de toekomst”, zegt Audi-sportdirecteur dr. Wolfgang Ullrich.

Motorentechniek bij Audi in Le Mans: van benzine via diesel naar hybride
Het Le Mans-project bij Audi begon met een 3,6-liter benzinemotor, goed voor een vermogen van 400 kW/544 pk. Het jaar erop bedroeg het vermogen al 449 kW/610 pk. In 2001 zorgde de directe benzine-inspuiting TFSI voor forse vooruitgang ten aanzien van verbruik en prestaties. De winnende TDI-V12-dieselmotor in de Audi R10 TDI van 2006 leverde een vermogen van 478 kW/650 pk uit een cilinderinhoud van 5,5 liter. Vanwege veranderde reglementen werd de motor in 2011 gereduceerd tot 3,7 liter. Audi ontwikkelde een V6-TDI-motor met tal van innovaties. Ook op andere restricties vanuit de organisatie reageerden de Audi-technici met creatieve oplossingen. Zo werd de diameter van de begrenzer van de luchtinlaat sinds het debuut in 2006 met 34 procent verkleind. De turbodruk werd successievelijk met 4,7 procent verminderd, de cilinderinhoud zelfs bijna 33 procent. Het absolute motorvermogen daalde van 478 kW/650 pk tot de huidige waarde van rond de 360 kW/490, een vermindering van rond de 24 procent. Des te meer waardering verdient daarom de gerealiseerde stijging van het specifiek vermogen per liter cilinderinhoud van 87 kW/118 pk in 2006 tot 107 kW/146 pk in 2011.
Volop aandacht voor veiligheid
Niet alleen prestaties en efficiëntie, maar ook veiligheid spelen in de sportwagenracerij uiteraard een cruciale rol. Bij een 24-uursrace als in Le Mans is er speciale aandacht voor de verlichting. Audi maakt daarbij gebruik van LED-technologie, waarbij de lichtbundel tot 800 meter ver reikt. Dankzij het ‘matrix-beam’-principe kan het licht in verschillende segmenten met uiteenlopende intensiteit worden opgedeeld. Voor het zicht naar achteren in de Audi R18 e-tron quattro wordt een ‘digitale achteruitkijkspiegel’ in de vorm van een camera en een AMOLED-beeldscherm gebruikt. Tal van controle- en waarschuwingssystemen houden de coureur ook op de hoogte van wat er met de auto gebeurt.




