SPECIAL Formule 1: Jim Clark, de gigant van de jaren zestig
Uitgegeven door Bas Kaligis • 3 oktober 2010 11:12
Wie simpelweg een lijstje met wereldkampioenen Formule 1 erbij pakt, zal niet onder de indruk zijn van de naam Jim Clark. Clark werd ‘slechts’ twee maal wereldkampioen in 1963 en 1965. Diegene die zich echter meer verdiept in de Formule 1 van de jaren zestig zal echter gaandeweg steeds meer bewondering krijgen voor deze Schotse wereldkampioen. De records die Clark brak en veel van de zeges die hij behaalde, zijn op zijn zachtst gezegd indrukwekkend. Ook gingen diverse zeges en zelfs wereldtitels letterlijk in rook op door de immer fragiele Lotus. Als Jim Clark op 7 april 1968 verongelukt in een onbeduidende Formule 2 race is hij recordhouder van het grootste aantal overwinningen, pole positions en snelste ronden. Jim Clark domineerde de jaren zestig zoals later alleen Ayrton Senna domineerde eind jaren tachtig en begin jaren negentig en Michael Schumacher dat deed aan het begin van deze eeuw.
Boerderij.
Jim Clark wordt geboren op 4 maart 1936 in Kilmany Schotland. Clark heeft drie zusters en daarom heeft zijn vader zijn hoop op Jim gevestigd om het boerenbedrijf over te nemen. Vanaf zijn 17e jaar werkt Jim al fulltime op de boerderij van zijn ouders als hij in contact komt met Scott Ian Watson die meedoet aan diverse races. Als Clark de eerste keer meedoet in een race met de wagen van Watson is hij zo snel dat Watson direct zijn eigen carrière opgeeft en zich vanaf dat moment gaat inzetten voor de carrière van Jim. Clark wordt vanaf dat moment besmet met het racevirus en ontpopt zich als een natuurtalent. In deze periode is het ook dat hij in een Lotus Elite coupé race verslagen wordt door ene Colin Chapman. Chapman is eigenaar van het Lotus raceteam en zelf geen onverdienstelijk coureur. Vanaf 1958 rijdt Clark een volledig seizoen in diverse races. Vanaf 1960 rijdt hij voor het eerst formule races bij het team van Austin Junior. Austin wil verder met Clark in het Formule 1 project maar Jim ziet dit niet zo zitten. Als Austin op Goodwood Clark de eerste testritten wil laten maken, vraagt Colin Chapman aan Austin of hij Clark mag lenen om zijn nieuwe Formule Junior te testten. Austin stemt toe maar of dit nu zo’n goede zet is van Austin. De rest is historie want Chapman is zo onder de indruk van Jim Clark dat hij hem benoemt tot officieel eerste coureur van het Lotus Formule Junior team. Het is een bondgenootschap tussen Clark en Chapman dat de rest van zijn carrière stand zal houden.
Formule 1.
In 1960 rijdt Jim Clark 21 races in de Formule Junior voor Lotus waarvan hij er maar liefst 11 wint. In datzelfde jaar wordt duidelijk dat Austin niet meer doorgaat met het Formule 1 project. Dit zorgt ervoor dat Clark nu ook beschikbaar is voor Colin Chapman om hem in te zetten voor zijn Lotus team in de Formule 1. Zo kan het gebeuren dat Clark op 6 juni 1960 zijn allereerste Formule 1 race rijdt op het circuit van Zandvoort. Clark kwalificeert zich niet onverdienstelijk als elfde en vecht zich naar een vijfde plaats in de race totdat hij in de 42e ronde uitvalt met een kapotte transmissie. De twee volgende races in Frankrijk en Engeland weet hij niet alleen uit te rijden maar beide races finisht hij op een vijfde plaats en behaalt zo zijn eerste punten uit zijn carrière. De volgende race in Engeland valt hij uit maar in Portugal haalt Clark voor het eerst het podium als hij derde wordt.
Pieken en dalen.
In 1961 rijdt Jim Clark zijn eerste volledige Formule 1 seizoen. Het wordt een seizoen van hoogte en dieptepunten. De Lotus is dit jaar geen partij voor de superieure Ferrari 156 ‘Sharknose’ en de strijd om de wereldtitel gaat tussen de Ferrari coureurs Wolfgang von Trips en Phil Hill. Alleen eerste rijder van Lotus Stirling Moss weet de Ferrari’s te verslaan in Monaco en Duitsland. De overige races worden gewonnen door Ferrari rijders. Clark’s resultaten worden beïnvloed door de fragiele Lotus en hij valt uit in Engeland. Tevens zorgen problemen ervoor dat hij in Monaco en België ergens achteraan het veld finisht. Hoogtepunten zijn de grand prix van Nederland en Frankrijk waar hij op het podium finisht met een derde plaats. Ook wint hij in Pau maar deze race telt niet mee voor het wereldkampioenschap. In Italië beleeft Clark het dieptepunt in zijn nog jonge carrière als hij in botsing komt met Wolfgang von Trips. De Ferrari-rijder, die in deze race wereldkampioen kan worden, heeft een slechte start en is bezig aan een inhaalrace. Von Trips is Clark gepasseerd maar heeft niet in de gaten dat de Schot probeert op zijn beurt weer Von Trips in te halen. Von Trips stuurt de bocht in en komt in botsing met Clark. Beide wagens slaan over de kop. Clark komt met de schrik vrij maar de wagen van Von Trips vliegt het publiek in. Wolfgang von Trips overlijdt ter plaatse evenals 14 toeschouwers. Getuigen zullen later aan de Italiaanse politie verklaren dat Von Trips een stuurfout maakte en dat Clark geen enkele blaam treft.
De eerste zeges.
In 1962 blijft Clark bij Lotus en haar teambaas en eigenaar Colin Chapman. Clark is eigenlijk tweede rijder naast superster Stirling Moss maar Moss crasht zwaar in april op Goodwood in een race die niet meetelt voor het wereldkampioenschap. Het herstel van Moss zal enkele maanden in beslag nemen en Clark is daarmee min of meer eerste rijder geworden hoewel deze status eigenlijk naar Innes Ireland zou moeten gaan. In de eerste twee races kampt Clark met de nukken van de fragiele Lotus maar in de derde race van het seizoen in België staat hij op de hoogste trede van het podium. Clark heeft geen bijzonder goede start en begint de race achter Graham Hill, Trevor Taylor en Willy Mairesse maar Mairesse en Taylor komen met elkaar in botsing en Clark weet Hill in te halen en wint de race. Er volgen ook nog zeges in Engeland en de Verenigde Staten. Dit zorgt ervoor dat Clark in de laatste race van het seizoen in Zuid-Afrika nog een kans heeft op de wereldtitel. De onbetrouwbaarheid van de fragiele Lotus zorgt er echter voor dat Clark voor de eerste keer een wereldtitel mist. In de 62e ronde moet hij zijn wagen aan de kant zetten met een olielek terwijl hij de race leidt. Graham Hill neemt de leiding van Clark over en wint de race wat ervoor zorgt dat Hill zijn eerste wereldtitel binnenhaalt.
De eerste wereldtitel.
In de eerste race van 1963 in Monaco weet titelverdediger Graham Hill te winnen terwijl Clark uitvalt. Colin Chapman heeft echter een enorme troef die hij voor het eerst in 1963 inzet namelijk de Lotus 25. Deze Lotus heeft een revolutionair ontwerp. Het buizenframe is namelijk vervangen door de monocoque. Een frame bestaande uit één stuk van platen. Hiermee is de Lotus25 niet alleen lichter, en dus sneller, maar ook veiliger dan haar voorgangers met een buizenframe. Dat dit ontwerp een succes is zal al snel blijken maar ook de ongelofelijke stuurmanskunst van Jim Clark maakt deel uit van het succes dat volgt. De volgende races in België, Nederland, Frankrijk en Engeland worden allen gewonnen door Jim Clark. John Surtees wint dan in Duitsland maar Clark wint weer in Italië. Na deze zege in Italië kan Clark en Lotus de titel al niet meer ontgaan. Alleen Richie Ginther heeft nog een theoretische kans. Clark heeft aan slechts 1 enkele punt al genoeg voor zijn eerste wereldtitel. De volgende race in de Verenigde Staten stelt Clark zijn titel al veilig met een derde plaats. Ook wint Clark de twee resterende races in Mexico en Zuid-Afrika. Met zeven zeges heeft Clark tevens het record van het grootste aantal overwinningen in één seizoen.
De tweede gemiste wereldtitel.
In 1964 verdedigt Jim Clark zijn titel bij Lotus en de openingsrace in Monaco lijkt een kopie van het jaar ervoor. Graham Hill wint terwijl Clark uitvalt met motorproblemen. Clark behaalt de pole position en gaat de eerste 36 ronden aan de leiding. Motorproblemen werpen hem echter terug en in de slotfase begeeft zijn Climax motor het volledig. Clark wordt nog wel geklasseerd als vierde. Het is een voorbode voor de rest van het seizoen. Clark is veruit de beste rijder van het veld maar de onbetrouwbare Lotus gooit meer dan eens roet in het eten. Zo gaat hij aan de leiding van de grand prix van Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten maar moet hij in deze races zijn Lotus met mechanische pech langs de kant zetten. Ook valt hij uit in Oostenrijk en Italië met mechanische pech en verliest hij kostbare punten. Clark weet door al deze defecten alleen te winnen in België, Nederland en Engeland. Als het Formule 1 circus aankomt in Mexico voor de laatste race van het seizoen heeft Graham Hill, met 39 punten, de beste kansen op de wereldtitel. John Surtees in de Ferrari maakt ook een redelijke kans met 34 punten. Jim Clark heeft slechts 30 punten. Alleen een overwinning, die in deze tijd 9 punten oplevert, kan Clark nog aan de titel helpen. Hij komt dan weliswaar gelijk met Graham Hill maar Hill heeft gedurende het seizoen ‘slechts’ twee overwinningen kunnen behalen. Clark die, met een overwinning in Mexico, op vier zeges zou komen, is dan wereldkampioen. In de training laat Clark, door de snelste tijd te rijden, er geen twijfel over bestaan wat zijn bedoelingen zijn. Ook bij de start is Clark als eerste weg en bouwt een voorsprong op naar de rest van het veld. Graham Hill heeft, bij een overwinning van Clark, voldoende aan een tweede plaats om wereldkampioen te worden maar wordt geramd door de teamgenoot van Surtees, Lorenzo Bandini. Hill kan, na wat snelle reparaties in de pits, de race vervolgen maar heeft een achterstand die niet meer goed te maken is en ook de plaatsen die punten opleveren zijn buiten zijn bereik. Jim Clark lijkt daarmee af te stevenen op zijn tweede wereldtitel maar in de 61e ronde begint zich aan de achterkant van de Lotus een lichte rookpluim te ontwikkelen die in de 62e ronde steeds dikker wordt. Clark en Chapman hopen dat de Lotus het nog drie ronden uit zal houden maar in de 63e ronde kondigt het einde zich aan. Clark en Lotus verzuipen daarmee in het zicht van de haven aangezien de race 65 ronden telt. De overwinning gaat naar Dan Gurney. Lorenzo Bandini laat zijn kopman Surtees passeren die daarmee de tweede plaats behaalt. Het is voor John Surtees genoeg om wereldkampioen te worden.
De tweede wereldtitel.
1965 wordt een topjaar voor Clark, Chapman en Lotus. Met zeges in Zuid-Afrika, België, Frankrijk, Engeland, Nederland en Duitsland behaalt Jim Clark zijn tweede wereldtitel. Hier houdt de zegetocht van Clark, Chapman en Lotus echter niet op want op Indianapolis winnen ze de beroemde 500 mijl race. Lotus wordt daarmee het eerste Europese team dat deze befaamde race wint. Tenslotte wint Clark in een Formule 2 race de Tasman Serie, de Australische - Nieuw-Zeelandse tegenhanger van de Formule 1.
Ford Cosworth.
In 1966 schakelt de Formule 1 weer over van 1,5 liter naar 3 liter motoren. Het lukt Colin Chapman niet om tijdig een wagen te bouwen die snel genoeg is om mee te kunnen strijden om de wereldtitel. Jack Brabham wordt wereldkampioen in zijn eigen wagen. Jim Clark weet alleen te winnen in de Verenigde Staten. Chapman is ondertussen druk bezig een wagen te bouwen voor 1967 waarin de nieuwe Ford Cosworth motoren zullen liggen. Het concept met de nieuwe motor is revolutionair want de motor zal een essentieel onderdeel van het chassis gaan vormen om de achterwielen en de versnellingsbak te dragen.
Het resultaat is de Lotus 49 die in de derde race van het seizoen in 1967 in Nederland debuteert. Clark heeft nog geen meter met de wagen gereden als hij aan de kwalificatie begint. Het resultaat is een bescheiden achtste startpositie maar Clark heeft slechts 16 ronden nodig om zich naar voren te rijden en de leiding in de race over te nemen van titelverdediger Jack Brabham.
Daarna is Clark onaantastbaar en hij laat de Lotus 49 debuteren met een zege. Brabham wordt tweede met meer dan 23 seconden achterstand. Clark en de nieuwe Lotus 49 lijken onstuitbaar voor een derde wereldtitel maar onbetrouwbaarheid en kinderziektes van de nieuwe Lotus spelen hem parten. Zo gaat hij meerdere ronden aan de leiding in België, Frankrijk, Duitsland, Canada en Italië maar wordt hij in deze races teruggeworpen door mechanische defecten of haalt hij helemaal de finish niet. Alleen nog in Engeland blijft de Lotus heel en weet hij nog te winnen. Pas tegen het einde van het seizoen 1967 lijkt het erop dat Chapman de kinderziektes van de Lotus 49 heeft overwonnen en wint Clark de laatste twee grand prix van de Verenigde Staten en Mexico. De zeges komen echter te laat en de wereldtitel gaat naar Denny Hulme in de Brabham. Wederom lijkt Clark door de onbetrouwbaarheid van de Lotus een wereldtitel te zijn kwijtgeraakt.
Het fenomeen.
In 1968 zijn de kenners het erover eens. Jim Clark zal met de nieuwe Lotus 49 de derde wereldtitel gaan behalen. Deze voorspelling krijgt al direct gestalte in de eerste race van het seizoen in Zuid-Afrika op 1 januari. In de training is Clark maar liefst een volle seconde sneller dan de nummer twee op de grid. Deze nummer twee is Graham Hill die vanaf 1967 de teamgenoot is van Clark en dus in een zelfde wagen rijdt. In een staaltje van machtsvertoon behaalt Clark de pole position, laat hij de snelste ronde noteren en wint de race nadat hij deze vanaf de tweede ronde heeft gedomineerd. Deze zege is tevens zijn 25e zege en daarmee breekt hij het oude record van grand prix overwinningen dat Juan Manuel Fangio de laatste 11 jaar in handen had. Maar Clark is op dat moment ook recordhouder in pole positions (33) en snelste raceronden (28).
Formule 2 en het noodlot.
Na de Nieuwjaarsrace op 1 januari 1968 is de volgende Formule 1 race pas op 12 mei in Spanje. In deze tijd is het gebruikelijk dat Formule 1 coureurs ook regelmatig deelnemen aan Formule 2 races onder andere om in vorm te blijven voor de Formule 1 races die later in het jaar zullen volgen. Op 7 april 1968 stapt Clark daarom in een Formule 2 Lotus op Hockenheim. Clark is niet tevreden over de Lotus en heeft tijdens de kwalificatie veel problemen met de Formule 2 wagen. Een discussie tussen hem en Colin Chapman volgt. Clark vindt de Lotus Formule 2 onbetrouwbaar en wil eigenlijk niet van start gaan. Chapman haalt Clark toch over. Na de slecht verlopen kwalificatie start Clark vanuit het middenveld terwijl de regen met bakken uit de lucht komt. Omdat er geen filmbeelden, of zelfs foto’s, zijn van het ongeluk zijn kenners het niet eens over de oorzaak maar feit is dat Clark de bocht uitvliegt. Zijn Lotus spat uiteen tegen een boom omdat er in deze tijd nog geen vangrails staan. Volgens sommigen is de oorzaak een klapband. Volgens anderen viel de wagen uit elkaar vlak voor de fatale crash. Feit is dat Jim Clark op slag dood is.
Persoonlijkheid.
De dood van Jim Clark brengt een ongekende schok teweeg in de wereld van de autosport want als Jim Clark kan verongelukken, kan dat iedereen overkomen. Clark staat namelijk bekend als een perfecte coureur die vrijwel nooit een fout maakt en die ook nooit een ernstige crash heeft meegemaakt. Het feit dat Clark dodelijk verongelukt, drukt iedereen wederom op het harde feit dat autosport gevaarlijk is. Een andere reden dat iedereen die Clark heeft gekend geschokt is, is dat Jim een innemende persoonlijkheid was. Clark was helemaal wars van sterallures en nam altijd de tijd, ook na een vermoeiende race, om journalisten te woord te staan.
Tand des tijds.
Waarom Jim Clark misschien wel de beste coureur aller tijden geweest is, is lastig te onderbouwen met het aantal wereldtitels of het aantal overwinningen dat hij behaalde. Toch had hij het record aantal overwinningen, snelste ronden en pole positions in handen toen hij overleed. De coureurs die deze records jaren later verbeterden zoals Ayrton Senna en Alain Prost hadden in ieder geval meer races in kortere tijd om dit voor elkaar te krijgen. In de jaren zestig telde een Formule 1 seizoen hooguit 12 grand prix. Vaak was dit aantal nog minder en telde een seizoen niet meer dan 10 grand prix. Om het talent van Jim Clark goed te kunnen bevatten kun je dan ook het beste zijn prestaties, die hij door de jaren heen heeft neergezet, afzonderlijk tegen het licht houden.
Het onmogelijke.
Er zijn diverse anekdotes die aantonen wat voor fenomenaal coureur Jim Clark was. Een anekdote die vaak wordt aangehaald is er een van een race die hij niet won. In de grand prix van Italië 1967 rijdt Jim Clark met de nieuwe Lotus 49 met de eveneens nieuwe Ford Cosworth motor. De wagen is bloedsnel maar heeft een groot probleem en dat is de betrouwbaarheid. Vele malen in 1967 valt Clark uit met allerlei mechanische defecten. In deze bewuste race rijdt Clark in de trainingen naar pole position maar hij heeft in de race een slechte start en valt terug naar de vierde plaats. Clark vecht terug en in de derde ronde weet hij de leiding over te nemen. Deze houdt hij vast totdat hij in de negende ronde in de pits zijn wagen voor een korte check laat nakijken. Vroeg in de race loopt de Lotus al niet lekker en Clark neemt het zekere voor het onzekere. Het oponthoud is maar kort en Clark weet de leiding wederom te heroveren in de elfde ronde. De volgende ronde slaat echter het noodlot toe. De Lotus heeft motorproblemen en vertoont een kleine rookpluim. Clark stuurt zijn wagen naar de pits waar er in korte tijd hard gewerkt wordt aan de motor. Na wat provisorische reparaties word Clark weer weggestuurd. Een kans op een overwinning of zelfs punten lijkt verkeken aangezien Clark nu een hele ronde achterstand heeft. De 49 ronden die volgen zijn legendarisch. Jim Clark rolt vanaf de laatste positie het gehele veld op en in de 59e ronde krijgt hij het leidende duo Jack Brabham en John Surtees in het vizier. In de 60e ronde passeert hij Surtees en in de ronde daarna passeert hij ook Jack Brabham. De Britse commentator spreekt dan inmiddels legendarisch geworden woorden; ‘Jim Clark has acheived the impossible’. In de ronden die daarop volgen, loopt Clark verder uit op Brabham en Surtees en lijkt daarmee af te stevenen op de meest legendarische zege uit de geschiedenis van de Formule 1. De Ford Cosworth motor gooit echter voor een laatste maal roet in het eten als deze dikke rookwolken uitbraakt. Met nog slechts 1 ronde te gaan moet Jim Clark definitief opgeven. Clark wordt nog wel als derde geklasseerd.
Statistieken Jim Clark
Geboren 4 maart 1936 Kilmany Schotland
Overleden 7 april 1968 Hockenheim Duitsland
Pole Positions: 33
Snelste ronden: 28
Aantal zeges: 25
1962 – België
1962 – Engeland
1962 – Verenigde Staten
1963 – België
1963 – Nederland
1963 – Frankrijk
1963 – Engeland
1963 – Italië
1963 – Mexico
1963 – Zuid-Afrika
1964 – Nederland
1964 – België
1964 – Engeland
1965 – Zuid-Afrika
1965 – België
1965 – Frankrijk
1965 – Engeland
1965 – Nederland
1965 – Duitsland
1966 – Verenigde Staten
1967 – Nederland
1967 – Engeland
1967 – Verenigde Staten
1967 – Mexico
1968 – Zuid-Afrika
Wereldkampioen: 1963 & 1965
Tekst door Taco van der Zant, Foto's met dank aan Martin Banaan




