Uitvalbeurt in Zandvoort was wake up-call voor Lando Norris: “Wist dat ik alles moest blijven geven”

Lando Norris heeft de Grand Prix van Nederland aangewezen als kantelpunt in zijn route naar de wereldtitel. De kersvers wereldkampioen stelt dat de uitvalbeurt in Zandvoort hem nieuwe energie gaf om de strijd niet op te geven.



Het raceweekend in Zandvoort leverde Norris een flinke klap op. Een late uitvalbeurt met een rokende McLaren betekende dat teamgenoot Oscar Piastri zijn zevende overwinning van het seizoen boekte. Het gevolg: een achterstand van 34 punten in het kampioenschap. De Australiër leek daarmee een reuzenstap richting de wereldtitel te zetten, zeker gezien Max Verstappen op ruim honderd punten achterstand stond.

Waar sommigen verwachtten dat Norris vanaf dat moment 'vrijuit' zou kunnen rijden, ervoer de Brit dit allerminst. "Eerlijk gezegd zou ik gewoon ‘nee’ willen zeggen”, vertelde hij na afloop van het seizoen.

"Als je 34 punten achterstaat op iemand in dezelfde auto, die het fantastisch doet en ongelooflijk snel is, dan geeft dat geen rust of vertrouwen. Het was niet zo dat ik dacht: ik heb niets meer te verliezen, ik ga er gewoon voor. Integendeel. Ik wist dat ik alles moest blijven geven, maar ook dat ik mijn aanpak moest veranderen."

Die omslag zat hem voornamelijk aan de voorbereidingen buiten het raceweekend. Norris breidde zijn begeleidingsteam uit, werkte intensiever op de simulator en zocht de diepte op in zijn voorbereiding. De stijl waarop hij het kampioenschap naar zich toe trok heeft wat weg van de manier hoe Nico Rosberg dit in 2016 deed.

"Juist toen de druk het grootst was, voelde ik me het meest ontspannen en zelfverzekerd. Ik kon een paar minuten voor de kwalificatie nog lachen met mijn engineers en daarna poleposition pakken", sloot de kersvers wereldkampioen af.