Waarom coureurs privé lang niet altijd in sportwagens rondrijden

Voor velen is het een droom, iedere dag in een heuse sportwagen rijden. Toch zitten er ook nadelen verbonden aan deze snelle auto’s, waardoor zelfs coureurs in hun privéleven niet dagelijks met een sportwagen rijden. Lewis Hamilton reed bijvoorbeeld in de Mercedes EQC, een elektrische SUV. Dus laten we eens kijken wat de nadelen zijn van sportwagens buiten het circuit.

Je kunt ze niet optimaal gebruiken
Het mooie van een sportwagen is natuurlijk dat je er flink hard mee kunt scheuren. Iets dat in Nederland vrijwel onmogelijk is, waardoor het bijna zonde is om zo’n snelle auto aan te schaffen. Je kunt natuurlijk wel een uitstapje maken naar Duitsland, maar zowel in Nederland, België als Frankrijk gelden strenge maximumsnelheden.

Groter brandstofverbruik
Het kunnen veroorloven van een sportwagen is één ding, maar het brandstofverbruik is een totaal ander verhaal. Het zijn namelijk auto’s die veelal een stuk minder zuinig rijden. Zo heeft de Ferrari 599 bijvoorbeeld een verbruik van 1 op 5, in tegenstelling tot de 1 op 19,5 van de Toyota Aygo. Dan hebben we het dus over het verbruik volgens de fabriek, dat wordt berekend op normaal en dagelijks verbruik. Waarbij je als eigenaar van een sportwagen natuurlijk nog weleens graag extra op het gaspedaal trapt.

Vaker tanken
Niet alleen moet je met een sportwagen vaker tanken omdat je meer brandstof verbruikt, sportauto’s beschikken relatief gezien over een kleinere tankinhoud. De eerder genoemde Ferrari 599 heeft bijvoorbeeld een grote tankinhoud van 105 liter, maar voor de Porsche 911 is dit “slechts” 64 liter. De tankinhoud van een reguliere wagen ligt tussen de 35 tot 60 liter. Zo is die van de Toyota Aygo X bijvoorbeeld 35 liter. En hoewel dit de helft minder is dan de tankinhoud van de Porsche 911, komt dit dus echt omdat je ook veel minder brandstof verbruikt. Uiteindelijk zul je met een sportwagen dus toch veel vaker langs het tankstation moeten rijden.

Kleine zitplaatsen
Een ander nadeel van een sportwagen, is dat deze meestal minder comfortabel is voor meerdere personen. Sommige modellen beschikken maar over twee zitplaatsen, terwijl die met vier zitplaatsen vaak niet het meeste comfort bieden. Als gezinswagen of als je er regelmatig met meerdere op uit trekt, is een sportauto dus niet de meest comfortabele optie. Terwijl reguliere auto’s gemiddeld over vier á vijf ruime zitplaatsen beschikken.

Weinig laadruimte
Tot slot is er natuurlijk nog de laadruimte, die bij een sportwagen vaak ver te zoeken is. Dit soort auto’s zijn tenslotte niet gemaakt om veel te vervoeren, maar om zo snel mogelijk te rijden. Iets waar je tijdens een toertje of op het circuit geen last van hebt, maar wel bij het doen van je boodschappen of tijdens een verhuizing. De kans is overigens klein dat er een trekhaak is, wat wederom een aantal beperkingen met zich meebrengt.

Waarom wel voor een sportwagen kiezen?
Uiteraard heeft een sportwagen ook voordelen, met name als je jezelf een auto voor erbij kunt veroorloven. In dat geval kun je het zien als een hobby, waarbij je af en toe een mooie tour kunt maken met je snelle wagen. Die je overigens ook gewoon kunt huren voor een dagje.