Formule 1

Robin Frijns: “Formule 1 is een downforce-oorlog, Formule E een software-oorlog”

Uitgegeven door Bas Kaligis • 16 februari 2019 06:09

De Formule E, ’s werelds eerste volledig elektrische raceserie, is dit weekeinde neergestreken in Mexico-Stad. Het enkele jaren geleden volledig gereviseerde Autódromo Hermanos Rodríguez is het decor voor de vierde ePrix van dit seizoen, waarin de Nederlander Robin Frijns namens Audi’s klantenteam Virgin Racing op zoek gaat naar zijn eerste elektrische overwinning.

Robin Frijns Formula E

De nieuwe generatie elektrische auto’s van de Formule E - de zogenaamde Gen2 - oogt bijzonder futuristisch. Dankzij de verbeterde accu hoeft er tijdens de wedstrijd niet meer in een tweede auto overgestapt te worden. Met een piekvermogen van 250 kW (335 pk), een accelaratie van 0-100 km/uur in 2,8 seconden en een topsnelheid van 280 km/uur is de Gen2 een racer van formaat die wereldwijd met steeds meer enthousiasme wordt ontvangen.

“Dit is één van de moeilijkste auto’s waarin ik heb gereden”, stelt Robin Frijns, “want je wisselt vaak van vermogen en dat is vrij ingewikkeld. Deze auto’s gaan weer een stapje sneller. Als je een kwalificatierondje moet rijden, moet je er echt goed voor gaan zitten. Want het gaat echt hard. Formule E is met geen enkele andere klasse te vergelijken.” Volgens Frijns zeker niet met de conventionele tegenhanger, de Formule 1. “Formule 1 is een downforce-oorlog, Formule E een software-oorlog.”

Frijns keerde dit seizoen na een absentie van een jaar als fabriekscoureur van Audi terug in de elektrische raceserie. Vorige maand scoorde de Maastrichtenaar in Marrakesh zijn eerste podium met een tweede plaats, in het wereldkampioenschap staat hij gedeeld vierde. Zijn Britse teamgenoot Sam Bird leidt de titelstrijd. “In mijn eerste twee seizoenen in de Formule E had ik geen goede auto”, meent Frijns. “Bij Virgin zit ik in een team dat eigenlijk altijd competitief is.”

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS