Overwinning voor Ruud Olij in spannende race Sport-divisies op Brands Hatch

Ruud Olij heeft op Brands Hatch zijn eerste overwinning in de Supercar Challenge van seizoen 2014 behaald. De BMW-coureur had felle gevechten met Eric van den Munckhof en Martin Webb maar liet zich in deze gevechten niet zomaar kennen. Eric van den Munckhof finishte op plaats twee, voor Cor Euser op positie drie. In de Sport-divisie reed Huub Delnoij een sterke wedstrijd die hij wist te belonen met de overwinning.

Bij de start van de race was Sam Dejonghe meteen goed weg. De Lotus-coureur pakte meteen de leiding met daarachter gevolgd door Cor Euser. Eric van den Munckhof kon bij de start zijn derde plaats behouden. Dat kon niet gezegd worden van David Krayem, die in de eerste bocht van de baan schoot en in de grindbak belandde.

Van den Munckhof kwam na de eerste ronde meteen onder zware druk te staan. De BMW-coureur had Lee Allen achter zich aan en kon niet voorkomen dat de Seat-coureur hem in de tweede ronde verschalkte. Bas Schouten lag ondertussen op de vijfde plaats, voor Ruud Olij en Martin Webb.

Van den Munckhof kon daarna wel zijn vierde plaats behouden en voerde ronde na ronde de druk op bij Lee Allen. Met niet ver daarachter Bas Schouten en Ruud Olij vormde dit een mooie groep.

Aan de kop van het veld was Sam Dejonghe ondertussen een klasse apart. De Lotus-coureur was veruit de snelste man op de baan en was elke ronde gemiddeld twee seconden sneller dan zijn achtervolgers. Achter Dejonghe lag Cor Euser nog steeds op positie twee, met daar weer achter Lee Allen. Voor Bas Schouten verliep de race minder goed, want de BMW-coureur moest zijn auto na twintig minuten met technische problemen naast de baan parkeren.

Bas Schouten was niet de enige coureur die pech had. Koploper Sam Dejonghe zag zijn race namelijk voortijdig ten einde komen nadat bij zijn Lotus een wiel los was gekomen. Dejonghe moest hierdoor na vijftien ronden zijn auto in het gras parkeren. De leiding in de wedstrijd kwam hiermee in handen van Cor Euser.

Na de pitstops was Ruud Olij op de eerste plaats beland, maar de BMW-coureur stond onder zware druk van Eric van den Munckhof. Achter van den Munckhof lag Lee Allen op positie drie en Martin Webb op plaats vier. Bij deze groep viel Lee Allen weg, want de Seat-coureur moest door technische problemen nog een keer extra de pitstraat opzoeken.

Hierdoor kwam Martin Webb op de derde positie te liggen en omdat Ruud Olij en Eric van den Munckhof onderling fel in gevecht waren kon Webb het gat naar de koplopers volledig dichtrijden. Hierna ontstond een spannend gevecht tussen de koplopers Olij, Van den Munckhof en Martin Webb.

Eric van den Munckhof deed verwoede pogingen om Ruud Olij te verschalken maar ondertussen ging ook Martin Webb in de aanval bij Van den Munckhof. Webb pakte daarmee de tweede plaats en zette daarna meteen Ruud Olij onder druk. Webb probeerde bij Paddock Hill Bend Olij uit te remmen maar ging daarbij bijna zelf in de fout. Webb kon zijn auto maar net uit de grindbak houden en Olij kon hierdoor weer een gat slaan richting Webb.

Olij en Webb bleven kwamen daarna alweer snel in fel gevecht en Webb zette Olij wederom meer en meer onder druk. Na een paar ronden lukte het Webb om Olij in de eerste bocht te verschalken. Daarnaast ging het helaas fout tussen het tweetal. Olij probeerde Webb bij de Druids-hairpin weer uit te remmen maar Webb zag dat niet en stuurde gewoon in. Het tweetal raakte elkaar en Webb ging hierdoor in de rondte. De Engelsman kwam hierdoor in de grindbak te staan en verloor daarmee meerdere posities. Olij kon wel zijn weg vervolgen en de eerste positie zelfs behouden.

Olij kon ook in de laatste ronden zijn eerste plaats behouden en pakte daarmee dus zijn eerste overwinning van het seizoen. “Ik had het vooraf eigenlijk niet gedacht, want in de trainingen ging het nog niet heel goed. Maar in de race ging het stukken beter”, aldus Ruud Olij na afloop. “Het gevecht met Webb was spannend, eerst haalde hij mij in de eerste bocht in en was er zelfs een beetje contact. Daarna zat ik er in de volgende bocht weer naast maar stuurde hij gewoon in. Dat heet racen volgens mij.” Achter Olij eindigden Eric van den Munckhof en Cor Euser op de posities twee en drie.


In de Sport-divisie kon Huub Delnoij zijn bij de start van de race eerste positie behouden. De Lotus-coureur zag in zijn spiegels dat zijn achtervolgers meteen fel met elkaar in gevecht waren. Zo won Dennis de Borst een positie ten opzichte van Erwin van Dijk en viel Dick van Elk terug naar de vijfde plaats.

Maurits Caransa lag na de start op de vierde positie maar de BMW-coureur stond onder zware druk van Dick van Elk. Van Elk drong flink aan bij Caransa en slaagde er in de vierde ronde in om Caransa bij het ingaan van Paddock Hill Bend te verschalken. Daarvoor lag Erwin van Dijk op positie twee, maar de Lotus-coureur stond onder zware druk van Dennis de Borst.

Ook na de pitstops was het Huub Delnoij die in de Sport-divisie aan de leiding lag. Daarachter lag Martin de Kleijn op de tweede plaats, maar de Clio-coureur stond onder zware druk van Erwin van Dijk. Van Dijk pakte al snel de tweede positie van De Kleijn af door de Clio bij insturen van Paddock Hill Bend uit te remmen. Bij deze groep was Dick van Elk tijdens de pitstops uitgevallen. De BMW van Van Elk kwam na zijn pitstop niet meer weg waardoor de Supercar Challenge-organisator voortijdig de strijd moest staken.

Aan Huub Delnoij ging dit alles voorbij. Na veel technische problemen tijdens de trackday op vrijdag reed de Lotus Exige van Delnoij ditmaal zonder problemen. De jonge coureur pakte dus de overwinning, voor merkgenoot Erwin van Dijk. Dennis de Borst en Martin de Kleijn legden beslag op de derde positie met daarachter Wesley en Maurits Caransa op plaats vier.

Alle uitslagen Sport-divisies