Peter van der Kolk en Ricardo van der Ende: "Aankomen en leren"
Uitgegeven door Bas Kaligis • 11 januari 2012 09:47
De negende etappe van de Dakar 2012 was voor Peter van der Kolk pas zijn veertiende etappe in totaal, nadat hij vorig jaar voortijdig naar huis moest. Van der Kolk heeft het gevoel dat hij nu pas in de gaten krijgt hoe het spel werkt. "Ik begin het nu te leren. Het begint nu meer op rijden te lijken dan op alleen maar scheppen." Van der Kolk heeft zich er inmiddels bij neergelegd dat een klassering niet het belangrijkste is. "Als ik aankom in Lima, vraagt er niemand of ik vijftigste of zeventigste ben geworden. Aankomen en leren zijn nu het doel. Je kunt niet in je eerste of tweede Dakar een resultaat neerzetten, al blijft dat wel de uitdaging. En uitdagingen ga ik nooit uit de weg."

Van der Kolk en zijn navigator Ricardo van der Ende hebben al wat pittige dagen met tegenslag achter de rug. "Dat we in Antofagasta zijn geraakt, was met veel geluk", vertelde Van der Kolk. "Het stuurhuis was naar z’n grootje. De monteurs hebben weer een nachtje overuren gemaakt. Maar voor de negende etappe was alles weer piekfijn in orde. Ik kreeg wel de opdracht mee rustig aan te doen. Dat hebben we dus maar gedaan."
Van der Kolk reed één keer goed vast in het fesh-fesh en reed een velg doormidden. "Dat fesh-fesh is rotspul. Alleen maar dweilen met de auto. We reden erin vast in het donker. Voor je er dan uit bent, ben je een uur verder. Maar we zijn er weer. Dat is het enige dat telt."
Mike van Eikeren en Pieter van Kruijsdijk hadden geen onaardige dag dag. Alleen de uitlaat reden ze er onderuit. "Het was net een tractor." Het eerste deel van de ruim 630 kilometer lange etappe was niet leuk, het tweede deel wel. Van Eikeren had zijn minute of fame: "Op een gegeven moment haalden we Nasser Al-Attiyah in alsof ie stilstond. Alleen stond hij ook echt stil. Dat was dan weer jammer." Het was een overleefdagje, vond Van Eikeren, die spontaan een hekel kreeg aan trucks. "Die jongens zijn ’s avonds met een biertje erbij reuze aardig, maar op de proef moet ik er niets meer van hebben. Wat een zootje maken die ervan. Ik haalde er vier in, op haren en snaren, en zodra we in het fesh-fesh kwamen, kwamen ze weer voorbij blazen. Alles weer in het stof. Ik moet terugschakelen in het fesh-fesh, zij schakelen daar nog even op."
Veka-rijder Peter Versluis was het niet helemaal eens met Van Eikeren: "Jullie maken met dat autootje ook een boel stof. Een vrachtwagen zie ik tenminste nog vanuit de truck, een auto niet. Dat is alleen maar een stofwolk waarvan je niet weet wat er in zit en waar het zit. Best gevaarlijk."
Van Eikeren had gelukkig minder last van stof in de auto dan de dag ervoor. "We hebben het lek boven. Er zat ergens een gat in het bodywork. Nu dat is gedicht, hebben we nergens meer last van."




