Topontwerper Adrian Newey luidt noodklok voor 2026-regels: ‘Eén team kan hele cyclus domineren’

Adrian Newey begint binnenkort aan een nieuw avontuur in de Formule 1. Na jarenlang te hebben ontworpen voor het team van Red Bull, gaat hij binnen afzienbare tijd aan de slag bij het team van Aston Martin. De auto van 2026 wordt (mede) door hem ontworpen. Dat jaar gaan ook de nieuwe reglementen in, dus zullen de kaarten opnieuw worden geshuffeld. Newey voorspeld dat het zomaar kan zijn dat de nieuwe set reglementen door één team of krachtbronleverancier worden gedomineerd.



Newey vertrok afgelopen seizoen na jaren van trouwe dienst uit Milton Keynes, zijn nieuwe avontuur lag enkele kilometers verderop bij de nieuwe Aston Martin-fabriek. Alhoewel hij door zijn ‘gardening leave’ nog niet officieel aan de slag is bij Aston Martin, zal de getalenteerde ontwerper al tijden aan het malen zijn over ‘zijn’ eerste Aston Martin Formule 1-bolide.

Per 2026 gaat er een hele set nieuwe regels in werking in de Formule 1. In gesprek met Auto, Motor und Sport vertelt Newey dat het hem allerminst zou verbazen als één partij de grote winnaar is van de verandering in de sport: “Ik denk dat er een grote kans is dat het bij de start een motoren gedreven Formule 1 is”, begint Newey, die denkt dat de motoren een grote invloed zullen hebben op de rangorde vanaf 2026 voorwaarts.

Volgens hem zal dus niet alleen het chassis belangrijk zijn, maar gaan dus vooral de krachtbronnen een grote rol spelen. Vooor het eerst sinds de introductie van het turbo-hybride tijdperk, dat in 2014 zijn intrede maakte, gaan er grote veranderingen komen aan de krachtbronnen. Zo wordt de MGU-K, het elektrische component dat de kinetische energie van het remmen omzet naar extra power voor de coureurs, drie keer krachtiger. Ook gaan de auto’s een stuk minder brandstof gebruiken. Waar dit in het laatste jaar van de V8’s nog 160 kg per race was, doelt de Formule 1 in 2026 op 70-80 kg per Grand Prix.

“Er is een kans dat één fabrikant er met kop en schouders bovenuit steekt en dat de regelgeving in ieder geval in het begin drijft op de krachtbron”, gaat Newey verder. Om verdere ‘angst’ in te boezemen, doet hij er nog een schepje bovenop: “Er is een kans er iemand komt met een dominante verbrandingsmotor, die de hele cyclus zo zal blijven. De reglementen zijn namelijk zo geschreven dat het voor anderen lastig is om een achterstand goed te maken. Als het verschil aan de elektrische kant zit, dan zijn er veel mogelijkheden om verloren terrein goed te maken.”