George Russell onthult: Williams stond in 2019 op rand faillissement

Mercedes-coureur George Russell heeft onthuld dat het Williams F1-team tijdens zijn debuut in de Formule 1 in 2019 op de rand van faillissement stond. De Brit, die dit weekend in Las Vegas zijn 150ste Grand Prix start, blikt terug op een moeilijke periode waarin hij volgens hem het verschil maakte tussen overleven en verdwijnen.

Russell maakte in 2019 zijn F1-debuut bij Williams, een team met een rijke historie dat in zwaar weer verkeerde. Het seizoen begon rampzalig: Williams miste de eerste twee testdagen, de FW42 had illegale onderdelen die snel moesten worden herontworpen, en in Melbourne waren Russell en teamgenoot Robert Kubica meer dan een seconde langzamer dan de voorlaatste auto in de kwalificatie.

"Ik herinner me mijn debuut nog goed, met mijn familie erbij. Het was een droom die uitkwam, maar tegelijk voelde het vreemd", aldus Russell in een video van Mercedes. "Bij Williams ging het niet goed. Het team stond op de rand van faillissement. De auto werd niet op tijd afgeleverd voor de testen en we waren een seconde langzamer dan de op één na langzaamste auto. Ik werd twee keer gedubbeld door Lewis Hamilton en Valtteri Bottas. Maar toch was het een droom."

Na de overname door Dorilton Capital in 2020 verbeterde Williams gestaag. Het hoogtepunt voor Russell kwam in 2021, met een emotionele eerste puntenscore in Hongarije - een achtste plaats in wisselende omstandigheden - gevolgd door een podiumplaats op Spa. Die puntenfinish in Hongarije was cruciaal: Russell scoorde vier puntenfinishes in vijf races tussen Hongarije en Rusland, wat Williams naar de achtste plaats in het constructeurskampioenschap tiltte na drie jaar onderaan.

Over die cruciale race in Hongarije zegt Russell: "Die race was gekkenwerk. Iedereen koos de verkeerde banden bij de start omdat niemand geloofde dat het kon opdrogen. Maar voor mij betekende het meer door de financiële crisis bij Williams. Ik was nog jong, maar zag dat banen op het spel stonden. Dit resultaat katapulteerde ons van P10 naar P8 in het kampioenschap, wat enorm veel geld scheelde. Het was eigenlijk het verschil tussen overleven of niet overleven, dus het voelde als meer dan alleen een resultaat."