'Zo slecht kan ik niet zijn' - de noodkreet van Sergio Pérez in 2023

Aan het einde van een seizoen vol teleurstellingen zegt Sergio Pérez dat de Grand Prix van Qatar het dieptepunt van het seizoen was waardoor hij zich afvroeg: ‘Zo slecht kan ik niet zijn’.

Ondanks het feit dat hij in het begin van het kampioenschap de naaste en enige uitdager van Max Verstappen was, viel het seizoen van Pérez in duigen tijdens een kwalificatiedip die zijn vertrouwen in zichzelf en de RB19 tenietdeed. Hij leek zich te herstellen in Hongarije, deels met de hulp van een sportpsycholoog, maar kreeg een tweede inzinking in Japan toen hij uitviel na een crash met Lewis Hamilton. Dat werd gevolgd door een P10 in Qatar.

Dat laatste weekend startte hij de race vanuit de pitstraat na een crash in de Sprintrace en kon hij zich slechts naar de 10e plaats opwerken, ondanks dat hij in een RB19 zat die in handen van Verstappen de race won. Dat was voor Pérez een bewustwording.

"Want Qatar was echt het slechtste weekend in tijden, waarschijnlijk mijn slechtste weekend ooit in de sport", onthulde hij. "Het was zo'n slecht weekend dat ik echt het gevoel had van: 'Zo slecht kan ik niet zijn, er is iets aan de hand'.

"Als je van die back-to-backraces hebt, heb ik het gevoel dat er soms niet genoeg tijd is om alles goed door te nemen. Dus ik had het gevoel dat we echt wat tijd moesten nemen om ervoor te zorgen dat we begrepen welke kant we opgingen. We hadden een tekort in de afstelling van de auto waarmee we van weekend tot weekend speelden. We kwamen er maar niet doorheen."

"Maar toen we er eenmaal bovenop waren, begrepen we een heleboel dingen die we probeerden te compenseren. En dat betekende gewoon dat we de dingen niet goed deden. Het is echt heel goed geweest aan onze kant. Het was slecht dat het gebeurde, maar op een bepaalde manier was het ook heel goed omdat het ons team echt heel erg heeft gesterkt."