Edgar Oosting na 23 jaar karting nog steeds gedreven
Uitgegeven door Casper Bekking • 7 februari 2010 12:15
De familie Oosting is een begrip in de Nederlandse kartsport. Al bijna een kwart eeuw is Edgar Oosting samen met zijn vader actief in het wereldje, en nog steeds staat het duo vol enthousiasme aan de vooravond van een nieuw seizoen. Edgar blikt voor RaceXpress terug op het verleden en kijkt naar de toekomst.

"Mijn vader en ik zijn nu 23 jaar achtereen onafscheidelijk op het circuit te vinden; als rijder, monteur en tuner. Ik ben in 1988 begonnen met karten en reed direct het Nederlands Kampioenschap. We zijn begonnen met een Zip-kart en een Arrow-motor die toen al enige jaren oud was. We reden zo'n beetje achteraan mee in een veld met onder andere Jos Verstappen, Michel Vacirca en Donny Crevels. We hebben de eerste jaren vooral in het noorden gereden bij Kartclub KCNN, met daarnaast enkele NK's. We zijn ook op een ander kart overgestapt; BZ kart. Deze werd in het noorden gemaakt maar dat ging ook niet geweldig. Toen zijn we met Vacirca in contact gekomen. Hij ging naast PCR ook Topkart doen en daar hebben we voor gekozen. De eerste keren ging het goed en lekker en kon in het noorden met de eersten meten maar op de NK's konden we geen poten breken."
"We kwamen in 1993 in contact met Redeker, die mijn vader weer kende van het autoracen. De zoon van Redeker, Pierre, had al mooie resultaten geboekt, waaronder een derde plaats op het EK. Zij reden toen met een TonyKart en ik heb daar een keer op mogen testen. Dat ging gelijk goed en zij regelden vervolgens voor ons een chassis. We reden toen al met de motoren die zij het jaar daarvoor hadden gebruikt. De rest van het seizoen ging echt goed en we konden mee strijden in de top tien. Het jaar 1994 werd van ons, we stonden eerste in het Nederlands kampioenschap en in de Bridgestone Cup. De laatste wedstrijd van het NK was aangebroken en de prefinale was gelijk al een ramp. We hadden een vierde tijd gereden en na enkele ronden ging het mis. De bougiedop was er af gegaan en ik viel stil; het was een sabotage. Ik heb toch nog verder kunnen rijden en terug kunnen vechten tot een achtste plaats. In de finale ging het er om wie kampioen kon worden."
"De finale was echt spannend en de werd twee ronden voor het eind beslist in mijn voordeel. Ik werd kampioen 100cc voor onder andere Mario Sieger, die twee jaar later Europees kampioen werd, Remond van de Boom, Bleekemolen en Jeroen Reintjesz. In de Bridgestone Cup eindigden we als tweede, op twee punten van de kampioen. Het jaar daarop zijn we overgestapt naar de 125cc onder de hoede van Jan Cramer met de MS Kart. Ook dat ging gelijk super maar daar hebben we ook wat pech gehad. We vielen eenmaal uit met een kapotte bougie en dat heeft ons het kampioenschap gekost, waardoor we uiteindelijk als tweede eindigden. We zijn het jaar erna overgestapt naar Toon Troeijen van BRL-team AT-Motoren. De eerste race was gelijk al een voorteken voor het hele jaar; ik werd uit de wedstrijd gereden in de tweede ronde, en viel de race erna uit met een kapotte motor. Het seizoen was gelijk over maar zijn toch nog vierde in het kampioenschap geworden. Vervolgens keerden we terug naar Jan Cramer en reden in een groot fabrieksteam; Frederiks. We hebben daar goede resultaten behaald maar een hoop problemen gekend met de nieuwe motoren maar toch nog derde in het kampioenschap geworden."
"Het jaar 1998 werd het jaar dat jwe europa in gingen, ik werd fabrieksrijder van MS ICC, maar dat werd niet echt een succes. De overstap naar superzachte banden waren voor ons in een nadeel aangezien we er niet echt mee overweg konden. We hebben wel veel geleerd en gezien waaronder een schitterende race in Monaco. Het jaar 1999 werd het jaar waarin de NAB in het leven werd geroepen. We zijn een stapje teruggegaan om in de Cross weer terug te keren en dat werd een jaar dat we kampioen werden. We zijn het jaar daarop ICC gaan rijden. We reden alleen de NK's maar dat werd een moeilijk jaar omdat we geen goede motoren hadden. In 2001 zijn we overgestapt naar Van der Pol met de TonyKart en dat ging echt super. We eindigden achter Twan Marse als tweede in het kampioenschap en wonnen de Cup. Het jaar daarna werden we opnieuw tweede, en kozen er toen voor de helm aan de wilgen te hangen. Vervolgens kreeg ik een heel mooi aanbod waar ik op in ging, maar dat seizoen verliep niet zoals gewenst. Toen kwam Alex Bonel in beeld en heeft ons een mooi aanbod gedaan met Lenzo Kart. Het jaar kende zijn hoogte- en dieptepunten waaronder een ziekbed na een wedstrijd in Duitsland. We hebben drie jaar met veel plezier samengewerkt."
"We zijn in 2007 voor onszelf verder gegaan met CRG, met wat ondersteuning van RM Karting. We hebben dit drie jaar gedaan met goede en mindere goede momenten. We gaan nu een nieuwe uitdaging aan met Intrepid met ondersteuning van WTR. Ik ken Toon al een paar jaar en we hebben drie jaar geleden ook al om de tafel gezeten. Door privéomstandigheden heb ik destijds het aanbod afgeslagen, maar nu zijn we toch overeengekomen en we gaan dit jaar voor het kampioenschap."
"Mijn vader is al heel wat jaren mijn grote steun en toeverlaat en doet bijna al die jaren onze eigen motoren. Bovendien is hij dealer van de LKE-motoren. Hij heeft zijn eigen testruimte en flowebank en prepareert de motoren voor diverse jongens. Op deze wijze gaan we ons 23e raceseizoen in en proberen we de komende jaren de kwart eeuw vol te maken om 25 jaar achtereen NK's te rijden. Hierbij wil ik de mensen bedanken die ons al die tijd hebben gesteund, en dan met name mijn ouders, mijn vriendin en mijn vader voor de goede motoren en de steun. Verder nog Redeker, Jan Cramers, Frederiks, Van der Pol, Alex Bonel, RM karting en Dijk installatie."


















