Autosport Internationaal Toerwagens • Le Mans

Back in time: Jan Lammers wint Le Mans

Uitgegeven door Bas Kaligis • 13 juni 2008 14:37

Ter gelegenheid van de 20e verjaardag van de historische Le Mans winst in 1988 zal de winnende Silk Cut Jaguar XJR-9LM terugkeren op het Circuit de la Sarthe, voor een speciale ereronde vlak voor de start van de 24 uur van Le Mans om drie uur op zaterdagmiddag. Tijdens zijn F1 periode richtte Jan Lammers zich ook op Le Mans. Niet zonder succes. Hij won Le Mans in 1988.

Jan Lammers wint Le Mans

De auto, tegenwoordig in het bezit van de Jaguar Daimler Heritage Trust in Coventry, zal daarbij bestuurd worden door Jan Lammers, die daarmee voor even terugkeert in ‘zijn’ XJR-9LM.

Jan reed samen met teamgenoten Andy Wallace en Johnny Dumfries de XJR-9LM naar de winst vanaf een zesde startpositie van de 56e 24 uur van Le Mans.

De XJR-9LM was een doorontwikkeling van de XJR9, is ontworpen door Tony Southgate en gebouwd door Tom Walkinshaw Racing (TWR), speciaal voor de 24 uur van Le Mans. Daar werd vanwege de hoge snelheden op het rechte stuk van Mulsanne, toen nog zonder de twee chicanes en ruim 7 kilometer! lang, een aerodynamisch pakket vereist met minimale weerstand.

Jaguar ging naar Le Mans met maar liefst vijf XJR-9 auto’s, allemaal aangedreven door de Jaguar V12 met een vermogen van 750 pk en een inhoud van 7 liter. Deze motor was gebaseerd op de 5.3 liter V12 uit de XJS. Aan het einde van de race reden er nog drie auto’s, als eerste, vierde en zestiende.

De winnende Jaguar van Jan, Andy en Johnny reed in totaal 394 ronden en legde daarbij een afstand van 5332 km af (3313 mijl). Ter vergelijk, de winnende D-Type legde in 1957 een afstand af van 4397 km.

Samen met Jan gaan we even 20 jaar terug in de tijd; “Die overwinning in 1988 was heel bijzonder, maar dat besefte ik me eigenlijk pas na de race. Het was voor Jaguar de eerste sinds 1957 en het sloeg een brug van 30 jaar. Ik heb zelf tijdens de race veel kunnen rijden, dat maakte het voor mij ook bijzonder, net als de atmosfeer langs de baan. Die was echt waanzinnig. Het was bovendien de eerste echte lange afstandsrace voor Andy Wallace, die nu één van de weinige coureurs is die zowel Le Mans, Daytona en Sebring gewonnen hebben. Het zijn er niet veel die dat kunnen zeggen,” aldus Jan die ook nog een vergelijk maakt tussen toen en nu wat de auto’s en het Circuit de la Sarthe betreft.

“Het grootste verschil op het circuit is natuurlijk de aanleg van de twee chicanes op Mulsanne. Anders hadden we daar nog steeds over de 400 km per uur gereden. Het is echt een stuk veiliger geworden daarmee. Toch zie je dan ook hoe snel de ontwikkeling van de auto’s gaat. De Peugeots halen met de chicanes erbij toch nog 346 km/u, anders hadden ze wellicht op 430 km/ u topsnelheid gezeten. De auto’s zelf zijn ook wat veiligheid betreft flink vooruitgegaan. Dat zie je vooral bij de forse klappers van de laatste tijd, waarbij het letsel voor de coureurs beperkt blijft. Als ik mijn Jaguar vergelijk met de Peugeot nu (overigens beide dichte prototypes) dan zit er volgens mij niet zoveel verschil in het vermogen, maar is er natuurlijk wel een flink verschil in de neerwaartse druk en luchtweerstand, daar is een hoop ontwikkeling geweest. Het is veel meer verfijnd nu. Om op zaterdag in mijn oude auto te rijden, daar kijk ik natuurlijk enorm naar uit. Ik ben benieuwd of ze mijn oude stoeltje nog bewaard hebben. Waar ik ook nieuwsgierig naar ben is hoe het aan gaat voelen, is het na twee bochten weer vertrouwd of lijkt het ineens een compleet andere wereld..”

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS