Racebelofte Coen Doorn is terug als wedstrijdkarter, en hoe! "Fysiek een stuk zwaarder dan Minimax"

SPA – Het was pas zijn tweede race van dit jaar. Daarvoor had hij in een schakelkart getraind als voorbereiding. Op het kartcircuit van Spa-Francorchamps denderde Coen Doorn erg knap naar de tweede plaats in het dagklassement in de Super-Shifterklasse van het GK4-kampioenschap. Daarin is de veertienjarige rijder uit Blaricum veruit de jongste. Dat hij meteen om de prijzen meedeed, zei wat over de belofte die hij is voor de toekomst.

Een beetje verbluft was Coen wel. Tweede in het dagklassement in wat pas zijn eerste serieuze wedstrijd van het jaar was. In de zomer had hij weliswaar ook al geracet tijdens de derde ronde van het GK4-kampioenschap, maar destijds viel hij in twee van de drie races uit. Zodoende had hij zijn kwaliteiten nog niet goed kunnen demonstreren. Zondag was dat dus anders. Het zorgde voor een grote glimlach op het gezicht van de snelle rijder.

“Ik ben blij”, zei hij in Spa ietwat bedeesd. “Het is echt goed gegaan.” Dat kun je wel stellen. Sowieso is de tweede plaats in het dagklassement een knap resultaat. Maar die uitslag rijden als rookie van veertien in een klasse waarin veel rijders veel meer ervaring hebben en vele jaren ouder zijn dan hij, is een prestatie van wereldklasse.

Wat zijn verhaal zo bijzonder maakt, is dat Coen zich het hele seizoen in stilte heeft voorbereid op zijn debuut in de schakelkarts. Hij heeft veel getraind om zo goed mogelijk voor de dag te komen. Dat was ook nodig. Vorig jaar reed de Micromax-kampioen in het Nederlands kampioenschap Rotax Max van 2016 nog in de Minimax-klasse. Van die kart overstappen naar een schakelkart is een extreem grote stap.

“Maar het leek me gewoon heel leuk om in een schakelkart te rijden”, zei Coen, die uitkomt op een Kart Republic-kart van Dino Chiesa, de man die ooit Formule 1-wereldkampioenen Lewis Hamilton en Nico Rosberg ontdekte. “Ik had het vorig jaar één keer geprobeerd toen ik nog in de Minimax-klasse reed. Dat was best wel heftig. Ik wist dat ik lang nodig had om het onder de knie te krijgen. Daarom heb ik het grootste deel van dit seizoen alleen maar getraind.”

Eind juli maakt hij in Genk zijn wedstrijddebuut in een schakelkart. “Dat was meer om te proberen, om te ontdekken hoe het is om in zo’n kart te racen. Het was lastig. Vooral de start ging niet zoals ik had gehoopt. Ik kwam steeds niet goed weg. Starten in een wedstrijd is toch anders dan tijdens de training.” Maar in Spa lukte het hem wel een goede start te maken. “In de laatste race was ik goed weg.”

Wat het racen in de schakelkart zo moeilijk maakt? “Het is fysiek een stuk zwaarder dan rijden in een Minimax. In het begin vond ik het moeilijk vol te houden, maar ik begin er nu wel aan gewend te raken. Ik had in het begin veel last van mijn armen en nek. Dat is nu een stuk minder. Wat ook moeilijk is, is dat je ook meer dingen tegelijkertijd moet doen. En als je een fout maakt, verlies je meteen een aantal plekken.”


Om volgend seizoen zo goed mogelijk voorbereid aan de start te kunnen staan, gaat hij de hele winter door met trainen. Daarna gaat hij meedoen aan de KZ2-klasse in het Nederlands kampioenschap van organisator Chrono. Wat hij ervan moet verwachten, weet hij niet. “Ik weet niet wat het niveau daar is. Ik heb er nog nooit een race gereden natuurlijk. Ik wacht gewoon af en merk het wel.”

Maar eerst wacht nog de slotrace van het GK4-kampioenschap. Die wordt begin november op het circuit van Genk gehouden. Hij richt zich er niet op een specifiek resultaat, maar: “Ik hoop er ook competitief te zijn!”

Coen Doorn wordt in zijn raceactiviteiten gesteund door Viti Racing, Tecnosport en Gert Jager.