Lotus F1 gelooft in toekomst: "We kunnen financieel op eigen benen staan"

Lotus F1 heeft zijn financiële situatie op orde. Dat zegt teambaas Eric Boullier, wiens team in 2013 zijn titelkansen langzaam maar zeker uit zijn zag glippen door een gebrek aan voldoende kapitaal. Geruchten over geldzorgen zongen al enkele maanden rond en Kimi Räikkönens vertrek bij het team uit Enstone sprak boekdelen. De reden was dat de Fin, naar verluidt, nog enkele miljoenen aan salaris niet ontvangen had.

Ondanks dat Lotus ook het jaar 2014 niet bijzonder goed zal beginnen, aangezien het de eerste wintertest in Jerez mist, gaf Boullier aan dat de zaken er achter de schermen beter voor staan. “Het doel is duidelijk: we kunnen niet nog een jaar hebben zoals 2013 en we willen het ook niet”, sprak de Fransman tegenover het Britse Autosport.

“We willen op de lange termijn stabiliteit voor dit team. Met de aandeelhouders zijn we door vele discussies en beslissingen gegaan en een proces van herstructurering in de afgelopen weken. Ik denk dat het team nu in goede vorm is, nu zeker met garanties over de operationele financiële behoeften. Ook weet ik nu waar we vandaag de dag staan met de auto en dat we nog steeds zullen vechten, hopelijk voor podia dit jaar.”

Lotus F1 heeft een managementverandering ondergaan, waarbij CEO Patrick Louis vervangen werd door Matthew Carter, die een belangrijke kompaan is van minderheidsaandeelhouder Andrew Ruhan. De discussies die het team voert met Quantum Motorsports zijn nog gaande, maar maandag werd een nieuwe sponsordeal met de Saxo Bank bekrachtigd. Ook de aanwinst van het sponsorgeld van oliegigant PDVSA dat Pastor Maldonado meebrengt, betekent een flinke duw in de rug.

Boullier noemt als pluspunt dat Lotus voor dit jaar weet met welk budget er gewerkt kan worden. “We hebben een gegarandeerd operationeel budget voor dit jaar, wat een groot verschil is. Het betekent dat we financieel op eigen benen kunnen staan en we hebben een veel sterkere aandeelhoudersstructuur en nieuwe sponsors. We moeten zeker stellen dat we zo duurzaam zijn als we kunnen.”