Lewis Hamilton en Ferrari lijken op breekpunt te staan

Lewis Hamilton en Ferrari maken een uiterst moeizame periode door. In Las Vegas kwalificeerde de zevenvoudig wereldkampioen als laatste op pure snelheid, iets wat een Ferrari-coureur sinds Giancarlo Fisichella in Abu Dhabi 2009 niet meer was overkomen.

De vraag of Hamilton spijt heeft van de overstap naar Maranello is lastig te beantwoorden. Hij had goede redenen om Mercedes te verlaten: het trauma van Abu Dhabi 2021 met Max Verstappen achter zich laten, ontsnappen aan de teleurstellende laatste jaren en een kinderdroom verwezenlijken door voor de Scuderia te rijden.

Het probleem is dat Hamilton bij Ferrari precies hetzelfde aantrof als bij Mercedes: een fundamenteel gebrekkige auto met structurele problemen. Het lijkt daardoor alsof de schuld volledig bij hem ligt. Dezelfde problemen volgden hem immers van team naar team.

De timing van het vertrek bij Mercedes lijkt nu ongelukkig. In 2026 treden ingrijpende nieuwe reglementen in werking en hardnekkige geruchten wijzen erop dat Mercedes daar uitstekend op voorbereid is. Hamilton zou weleens vanaf de zijlijn kunnen toekijken hoe George Russell met het oude team naar de titel stormt.

Fernando Alonso en Sebastian Vettel slaagden er ook niet in om wereldkampioen te worden met Ferrari, maar beiden begonnen tenminste goed. Hamilton kent daarentegen alleen maar ellende sinds de presentatie van de SF-25 in februari. Team en coureur lijken nu al genoeg van elkaar te hebben, nog voor het einde van het eerste seizoen.

Misschien had Hamilton eerlijker naar zichzelf moeten zijn. Zoals Mark Webber ooit over Vettel zei: gewoon genieten van een laatste avontuur in de rode auto, zonder alles op te hangen aan een achtste wereldtitel. "Dat zou de ultieme vernedering zijn", klinkt het in de paddock. "Toekijken hoe de auto die hij achterliet, de auto die zo makkelijk de zijne had kunnen zijn, volgend seizoen naar de titel stormt in handen van Russell."