Nieuwe FE-bolides gaan standaard met 200kW racen: "Andere modus ligt hoger"

De nieuwe bolides in de Formule E voor het seizoen 2018/19 hebben als primaire racemodus 200kW. Daarbij komt nog een verplichte tweede setting dat op een hoger niveau ligt. Dat meldt directeur van het kampioenschap Alejandro Agag. De huidige auto heeft een maximum vermogen 200kW. Dit vermogen wordt in de kwalificatie gebruikt en vervolgens teruggebracht tot 180kW tijdens de race.

De tweede generatie FE-auto’s heeft een verbeterde capaciteit van de batterij in vergelijking tot haar voorganger en de coureurs hoeven niet meer halverwege de race van auto te wisselen. De organisatie van de FE en de FIA wilden een strategie element behouden en de twee vermogensmodi verplicht houden, zo is door de World Motor Sport Council bevestigd. “De FIA is nog steeds het systeem aan het finetunen, maar ik denk dat 200kW de racemodus gaat worden en dat de andere modus hoger gaat zijn”, reageert Agag tegen het Engelse Autosport. “We moeten wat tests met de auto’s uitvoeren om te zien wat de vermogensmodus gaat zijn. Het kan 220, 230, 240, 250 of wat dan ook zijn. Maar het gaat significant hoger zijn. Er komt een duidelijk verschil.”

Wanneer gevraagd wordt of de racemodus afhankelijk is van de vermogensdichtheid die de door McLaren Applied Technologies geleverde batterij gaat brengen, reageert Agag dat men dat al ongeveer weet. “We weten behoorlijk goed wat de energiedichtheid wordt, de temperatuur en hoe ver je er mee kan rijden”, aldus de Spanjaard.

Het efficient omgaan met de energie binnen de FE heeft natuurlijk ook zijn impact op het racen. Zo krijgt de coureur die komend seizoen het meest efficient omgaat met het vermogen een punt. De bonus voor de snelste ronde komt te vervallen. De FE-directeur legt uit dat er een klein risico is dat coureurs achter in het veld rustiger gaan rijden om een extra punt te scoren, maar hij maakt zich geen zorgen om de totale impact van het bonuspunt.

“We willen het management van de energie belonen, dus is het een goed initiatief”, zegt de Spanjaard. “Het is interessant. Het herinnert me aan de GP2 en dat als je als achtste finishte in de eerste race je de volgende dag van pole startte. Dus je had coureurs die zevende lagen, die probeerden in te halen, maar de andere jongens wilden niet ingehaald worden. Het is lastig om alle consequenties te overzien en er zijn wat kleine risico’s. Maar het is marginaal. In het grotere plaatje scoren de winnaars de meerderheid van de punten en dit levert maar één punt op, dus is er een duidelijk verschil in de beloning.”