DTM

Xclusief: Uitgebreid interview met Nederlandse DTM-teambaas Ernest Knoors

Uitgegeven door Casper Bekking • 1 mei 2013 17:07

Wanneer je praat over vooraanstaande Nederlanders in de top van de autosport dan zijn er niet veel die uitkomen bij de naam Ernest Knoors. Toch is dit een man met een cv waar maar weinigen aan kunnen tippen. Een professional met een niet te temmen ambitie, die achter de schermen al jarenlang op het hoogste niveau actief is. Komend jaar is Knoors de teambaas van het nieuwe BMW DTM-team MTEK, met als rijders oud-F1-coureur Timo Glock en de talentvolle Duitser Marco Wittmann. RaceXpress.nl kreeg de kans om in de werkplaats van het gloednieuwe team uitgebreid om de tafel te zitten met Ernest Knoors.


Eerst even wat achtergrondinformatie over deze interessante Nederlander: de in Limburg geboren Knoors begon zijn carrière in de autosport na het behalen van zijn diploma op de technische universiteit Eindhoven. Als motorenman begon hij niet onderaan de ladder maar maakte zijn entree via Cosworth, waar hij de krachtbronnen voor de diverse Formule 1-teams ontwikkelde. De behaalde successen bleven niet onopgemerkt, waarna BMW hem overnam. Ook bij de fabrikant uit München werd Knoors een zeer gewaardeerd teamlid. Toen het Formule 1-project ten einde liep werd de 41-jarige overgenomen door Ferrari. De afgelopen jaren was hij verantwoordelijk voor de motoren van de klantenteams van de Scuderia. Een carrière van zestien jaar in de koningsklasse, totdat BMW langs kwam met het DTM-verhaal. De Nederlander speelde al langer met de gedachte om uit de Formule 1 te stappen en BMW was de juiste trein op het juiste moment.

“Het leuke van dit project is dat je kans maakt om vooraan mee te doen zodra je alles binnen je team op orde hebt. In de Formule 1 hebben enkel de topteams een goede basis om mee te strijden om de topposities”, zo legde Knoors uit. “Dit team is klein genoeg om als teambaas alles te sturen, je zit niet ver weg van de core business. In de Formule 1 heb je als persoon invloed op slechts één element, bij MTEK is het écht teamwork.”


Het hoge woord is er uit: MTEK, het vierde DTM-team van BMW. De fabrikant maakte in 2012 na een afwezigheid van twintig jaar haar rentree in de prestigieuze toerwagenklasse. Dat deed het met verve gezien de winst van de titels bij zowel de rijders, teams als constructeurs. Om de strijd met de concurrenten Audi en Mercedes aan te kunnen blijven gaan besloot het management na enkele races om in 2013 met een vierde team aan de start te verschijnen. Al snel werd de naam van Ernest Knoors genoemd als teambaas: “Dit is een hele nieuwe uitdaging. We zijn een nieuw team met dertig man en hebben de afgelopen maanden een flinke leercurve doorgemaakt. De hal waarin we gevestigd zijn was in eind oktober nog een werkplaats voor vrachtwagens! Nu oefenen we hier dagelijks vele pitstops en wordt hier hard gewerkt aan de BMW's M3 DTM. In de maanden daarvoor waren we al bezig met de structuur van het team: ik heb alle personeelsleden zelf geselecteerd en aangenomen. Het is een internationaal gezelschap geworden, puur gekozen op basis van achtergrond, kennis en mentaliteit. Onder hen bevindt zich bijvoorbeeld Armand Broekmans, voor veel Nederlanders een bekende naam. Hij zorgt voor veel ervaring en rust binnen het team, maar uiteindelijk is hij aangenomen omdat hij een goede monteur is, niet omdat hij uit Nederland komt.”


De rijders van het team werden door BMW geselecteerd en toegewezen aan de diverse teams. Knoors toonde zich zeer content met de keuze voor Glock en Wittmann: “Zij passen qua mentaliteit goed bij MTEK. Zij zijn nieuw in deze serie en willen iets bewijzen, net zoals het team. Marco staat aan het begin van zijn carrière en kan heel hard gaan. Timo begint aan een nieuw hoofdstuk van zijn carrière. Jong talent en ervaring in veel klassen: een mooie combinatie. Ik heb zeker geen bezwaren tegen deze line-up.”

Op de vraag of hij het jammer vindt dat er geen Nederlander in zijn team rijdt, zei hij goudeerlijk: “Als Nederlander denk ik dat er genoeg rijders zijn die voldoende talent hebben om in de DTM actief te zijn. Denk maar aan mannen als Giedo van der Garde, Renger van der Zande en Yelmer Buurman. Die kunnen prima in deze klasse uitkomen, maar er komt meer bij kijken. Er loopt in Nederland genoeg talent rond om in een dergelijk kampioenschap mee te komen, dat is in het verleden ook al bewezen. Het gaat echter om de juiste plek op het juiste moment. Als teambaas zit ik echter in een andere stoel: dan kijk je er anders tegenaan. Uiteraard zou ik geen probleem met een Nederlandse rijder hebben maar het is geen eis. Het gaat als team niet om het paspoort maar om de prestaties. Een landgenoot is natuurlijk mooi maar als er een Belg is die iedereen op een seconde rijdt dan vind ik dat als teambaas ook prima!”

Prestaties, daar draait het allemaal om, ook bij het debuterende en onervaren team. Tijdens de collectieve wintertests maakten Wittmann en Glock al een sterke indruk. Toch wilde Knoors weinig kwijt over de doelstellingen die hij zichzelf en zijn manschappen heeft gesteld: “Het is heel moeilijk om in te schatten of het podium haalbaar is. Er zijn veel zaken die een invloed hebben. Ik ben ervan overtuigd dat het haalbaar is maar het is niet te doen om een inschatting te maken hoe vaak we op het podium staan. Als je het eenmaal kunt, dan moet je het ook tienmaal kunnen. Ons doel is eenvoudig: wij doen mee om zo goed mogelijk te presteren, niet om het startveld op te vullen.”


Hoewel het DTM-seizoen 2012 een groot succes was, heeft de organisatie besloten dat er nog meer spektakel moet komen. Dat leidde tot de invoer van het Drag Reduction System, de intrede van een set zachte banden voor de race en een compacter weekend, waardoor er minder tijd is om de auto af te stellen. Knoors is enthousiast over de wijzigingen: “Afgelopen jaar hebben we veel mooie races gezien maar alles wat je doet om de actie op de baan te verbeteren is in mijn ogen positief. Desondanks is het afwachten of de veranderingen brengen wat iedereen ervan verwacht.”

Ook in de Formule 1 zijn enkele jaren geleden dergelijke maatregelen genomen, maar met name DRS stuit nog altijd op het nodige verzet. Veel inhaalacties komen niet meer voort uit spannende man-tegen-man gevechten maar ontstaan door het openklappen van de achtervleugel. Voor dergelijk commentaar vreest de Nederlandse teambaas niet: “Formule 1-bolides worden gedomineerd door aerodynamica. Door hun vorm is de weerstand op de achtervleugel erg groot. Zodra je die voor een deel wegneemt door de vleugel open te klappen, ontstaat een aanzienlijk snelheidsgewin. In de DTM is de winst van de DRS veel minder: wij rijden met een joekel van een auto dus het systeem werkt heel anders. In de DTM wordt het waarschijnlijk vooral gebruikt om naast een andere auto te komen, om vervolgens bij het aanremmen een inhaalactie te kunnen plegen. We zullen geen grote snelheidsverschillen zien zoals in de Formule 1.”


Of de nieuwigheden tot successen gaan leiden? “Dat ligt aan verschillende zaken. Ook het circuit speelt een belangrijke rol: naar mijn mening is het onmogelijk om op Brands Hatch veel harder te gaan. Inhalen is daar bovendien zeer moeilijk. Op Hockenheim daarentegen zagen we afgelopen jaar al veel inhaalacties. DRS zal daar waarschijnlijk tot meer mooie duels leiden. De option banden zijn eenzelfde verhaal: het is afwachten wat er in de races van terecht komt. Veel hangt af van de strategie, het circuit en het weer. Maar desondanks zie ik dit als een positieve zet.”

Komend seizoen opnieuw geen Nederlandse rijder in de DTM, maar met Knoors en MTEK wel een Nederlands tintje om trots op te zijn.

Foto's: Frits van Eldik

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS