Autosport Internationaal Toerwagens • Autonieuws

SPECIAL - 15 maart 1961, de geboortedag van de Jaguar E-Type; volgens Enzo Ferrari de mooiste auto ooit gemaakt + VIDEO

Uitgegeven door Peter Vader • 15 maart 2021 20:01

We houden allemaal van autosport en we zijn daarnaast echte petrol heads. Liefhebbers van mooie en potente sportwagens. Dus is het best gepast om vandaag de auto in het zonnetje te zetten waarvan Enzo Ferrari zei, toen hij hem voor het eerst zag: “Dit is de mooiste auto ooit gemaakt!”. En wat heeft dat dan te maken met een saaie maandag in half maart, vandaag dus? Het is de dag dat 60 jaar geleden de Jaguar E-Type aan de wereldpers werd getoond door Sir William Lyons in het restaurant ‘Du Parc des Eaux Vives’ in Genève. Omringd door wel 200 journalisten en fotografen werd de Jaguar door iedereen meteen bestempeld als een regelrechte sensatie.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 1
De Jaguar E-Type: “Dit is de mooiste auto ooit gemaakt!”

Een mega mooi model
Alle aandacht van de verzamelde wereldpers was gericht op de nieuwe Jaguar E-Type, mede doordat andere geplande primeurs van Volkswagen (VW 1500 Ponton), Citroën (Ami 6) en Fiat (de nieuwe 1300) op het laatste moment toch niet in Genève werden gepresenteerd. Dus de E-Type bleef als enige noviteit over, maar iedereen was het erover eens, dat was geen concessie want de E-Type veroverde onmiddellijk de harten van alle aanwezigen. Het was een mega mooi model voor een niet minder spectaculaire prijs! Met £ 2097 voor de roadster en £ 2196 voor de fixed-head coupé was hij aanzienlijk goedkoper dan vergelijkbare presterende auto's van Ferrari, Aston Martin en Chevrolet. De nieuwe E-Type was door zijn prijsstelling bovendien te vergelijken met veel langzamere auto's van Porsche en AC. De E-Types werden aanvankelijk zelfs goedkoper verkocht dan de auto waarvan hij de opvolger was, de XK150.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 2
De dag dat 60 jaar geleden de Jaguar E-Type aan de wereldpers werd getoond door Sir William Lyons in het restaurant ‘Du Parc des Eaux Vives’ in Genève

Perfect passend in de 'Swinging Sixties'
Een ander positief punt was dat het moment van introductie perfect paste in het tijdsbeeld van de jaren ’60. De ‘Swinging Sixties’ stonden voor een groot deel in het teken van de jeugd, die zich afzette tegen het ouderwetse wereldbeeld van hun ouders. Het moest allemaal hip zijn! De muziek veranderde, werd veel ruiger, en de kleding werd steeds extravaganter en gewaagder. Populaire sterren omarmden de E-Type zoals Beatle George Harrison, acteur Steve McQueen, zanger Frank Sinatra en voetbalster en playboy George Best. Deze mannen verhieven de E-Type tot een stijlicoon!

Jaguar E-Type 15 maart 1961 3
Steve McQueen

Malcolm Sayer
De man die uiteindelijk verantwoordelijk was voor al het succes van het E-Type-ontwerp was Malcolm Sayer. Hij kwam in 1951 bij Jaguar werken op de raceafdeling en legde zich toe op het stroomlijnen van de carrosserieën. Zijn eerste creatie was de C-Type, die succesvol was op Le Mans. Later volgden de D- en de E-Type en Sayer zette ook de eerste lijnen op papier van de XJ-S. Die klus kon hij helaas niet afmaken, want hij overleed voordat de XJ-S goed en wel klaar was.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 4
Sir William Lyons toont vol trots zijn nieuwe E-Type aan de pers

Een technische beauty!
En behalve een verpletterend fraaie, gestroomlijnde carrosserie was de nieuwe E-Type ook technisch een beauty! De aandrijflijn, die werd overgenomen van de XK150S, was een 3781cc XK-motor gekoppeld aan een Moss-versnellingsbak met vier versnellingen (zonder overdrive). Jaguar beweerde dat de E-type motor 265 pk (SAE) produceerde bij 5500 tpm, maar dit was op zijn zachtst gezegd overdreven. Het gietijzeren cilinderblok werd vervaardigd door Leyland Motors in Lancashire, een taak die het al had uitgevoerd sinds 1948, daterend van vóór zijn betrokkenheid bij het management van Jaguar. De aluminium cilinderkop was afkomstig uit twee bronnen: West Yorkshire Foundries uit York en William Mills uit Wednesbury, Staffordshire. De XK-motor werd gevoed door drievoudige 2-inch SU HD8 SU-carburateurs. De carrosserie maakte gebruik van een centrale monocoque gemaakt van staal, een jaar voordat het monocoque chassis zijn intrede deed in de Formule 1-races. Designer Bob Knight ontwierp een onafhankelijke achterwielophanging en het zorgvuldige gebruik van rubber hielp bij het onderdrukken van geluid en trillingen.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 5

"De mooiste auto ooit gemaakt"
Aanvankelijk was de auto verkrijgbaar in twee uitvoeringen: de roadster - vormgegeven door Malcolm Sayer - en de fixed head coupe (FHC), met een te openen achterklep, die ook wat inbreng had van Sir William Lyons en Bob Blake. De E-type was de enige Jaguar die werd geproduceerd tijdens de actieve betrokkenheid van Lyons bij het runnen van de onderneming, en was eigenlijk een auto die niet helemaal aansloot bij de stijl van de baas zelf. Helemaal niet dus. En dat paste dus weer naadloos in het hippe tijdsbeeld van begin jaren ’60. Het grootst denkbare compliment kreeg de E-Type van nota bene de eigenaar van één van zijn grootste concurrenten: Enzo Ferrari. Nog zo’n karaktervolle sportwagenbouwer, die zijn controversiële reputatie bevestigde door over de E-Type te zeggen: "De mooiste auto ooit gemaakt!"

Jaguar E-Type 15 maart 1961 6

Nooit bedoeld om mee te racen
Als je aan de E-Type in combinatie met autoracen denkt, dan zijn er wel een paar E-Type raceauto’s voorbij gekomen in de loop der jaren. Het was intrigerend om te zien hoe de iconische sportwagen uit Coventry uitgroeide tot een circuitracer en hoe een rivaliteit met Ferrari uiteindelijk de innovatieve Lightweight E-type voortbracht. De E-type was namelijk nooit bedoeld om te racen. Zijn overweldigende carrosserie was zeker geïnspireerd op het gestroomlijnde aerodynamische profiel van de C-type en D-type, terwijl het monocoque chassis en de toentertijd nieuwe schijfremmen op Le Mans waren aangescherpt. De innovatieve onafhankelijke achterwielophanging van de E-type daarentegen werd ontworpen om “B-wegvriendelijk” te zijn, terwijl de 3,8-liter zescilinder XK-motor zodanig was afgesteld dat hij gemakkelijker kon rijden bij lage snelheden.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 7

Racewinnaar met Graham Hill bij debuut
Omdat de vraag naar E-types groter was dan de productiecapaciteit in de fabriek in Brown's Lane, was er weinig behoefte - en geen financiele middelen - voor de E-type om te racen en daaruit publiciteit te genereren. In 1961 creëerde de FIA echter een GT-categorie voor productiesportwagens, waarin de E-type perfect paste. De eerste race van de E-type kwam een maand nadat de auto werd onthuld op de Autosalon van Genève in 1961, waarbij de toekomstige F1-kampioen Graham Hill en Roy Salvadori in Oulton Park met een paar E-types reden. Hill zat in de ECD 400 - één van de eerste E-types geleverd aan Jaguar-dealer Tommy Sopwith - en hij won de race van 25 ronden van de Aston Martin DB4 van Innes Ireland, met Roy Salvadori als derde. De Ferrari 250 GT's werden vierde en vijfde.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 8

Moeite met hogesnelheids circuits
In Groot-Brittannië won de E-type, bestuurd door coureurs als Mike Parkes en Bruce McLaren, op Goodwood, Silverstone en Brands Hatch. Toen de E-type echter zijn internationale debuut maakte op Spa-Francorchamps, had hij moeite om de oppermachtige Ferrari's op de lange rechte stukken van het Belgische circuit te evenaren. Mike Parkes kon slechts de tweede plaats behalen. De Amerikaan Briggs Cunningham, die in de 24 uur van Le Mans in 1960 met Jaguar's E2A-prototype had gereden, gaf de E-type zijn debuut in Le Mans in 1962. Hij deelde zijn auto met Salvadori en eindigde als vierde overall, voor een tweede E-type bestuurd door Peter Sargent en Peter Lumsden. De Ferrari's domineerden het opnieuw het podium. Het was duidelijk dat er iets moest gebeuren om de E-type competitief te houden op het internationale toneel.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 9

En toen kwam de 'Lightweight'
Jaguar werkte aan een V12-aangedreven auto met middenmotor voor Le Mans, een ontwerp dat zou uitgroeien tot de iconische XJ13. De tussenoplossing voor de E-type was een reeks 'specials', aangepast voor het racen. De eerste was de Low Drag Coupé, geregistreerd als CUT 7, die werd bedacht en gebouwd door Dick Protheroe. Jaguar's hoofdontwerper, de baanbrekende aerodynamicus Malcolm Sayer. Hij creëerde een meer gestroomlijnde carrosserie, gemaakt van lichter staal en geselecteerde aluminium panelen met een uitgekleed interieur om gewicht te besparen. Het resultaat was een boost van de topsnelheid met maar liefst 32 km/ u. De auto had ook een verbeterde handling in de bochten. Hierdoor aangemoedigd, besloot Jaguar om een gelimiteerde serie van 18 Lightweight E-types te creëren, met een volledig aluminium carrosserie. Ze waren gebaseerd op de open roadster, maar met een hardtopdak in coupéstijl, inclusief een 350 pk-raceversie van de 3,8-liter XK zescilinder-in-lijn motor gekoppeld aan een vijfversnellingsbak. De komst van de Lightweight E-type baarde Enzo Ferrari zoveel zorgen dat hij onmiddellijk de lichtere en krachtigere Ferrari 250 GTO in gebruik nam.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 10
De 350 pk-raceversie van de 3,8-liter XK zescilinder-in-lijn motor gekoppeld aan een vijfversnellingsbak

Koppel in plaats van topsnelheid
Twee lichtgewicht E-types werden naar de Verenigde Staten verscheept om deel te nemen aan de Sebring 12 Hours in 1963. De auto won zijn klasse en eindigde als zevende in het algemeen klassement met afwisselend Ed Leslie en Frank Morrill aan het stuur. De eerste Lightweight E-type - 4 WPD - ging naar Jaguar-teameigenaar John Coombs. Met Graham Hill aan het stuur won hij op Snetterton, Goodwood en Silverstone, bochtige Britse circuits waar het koppel van de 3,8-liter zescilinder XK-motor de Jaguar sneller uit de bochten kon laten accelereren dan de 3-liter V12 van Ferrari.

Op grotere, snellere internationale circuits, zoals Spa-Francorchamps, de Nürburgring en Le Mans, waren de verbeteringen aan de Lightweight E-type echter niet voldoende om de Jaguar te laten voorblijven op zijn Italiaanse rivalen. In 1963 schreef Cunningham drie Lightweight E-types in op Le Mans, maar behaalde slechts de negende plaats. Ferrari sloot de race af met plaats één tot en met zes.

Voor 1964 pasten Hill en Coombs de lichtgewicht E-type 4 WPD aan met bredere wielen, hogere nokkenassen en een stijvere wielophanging, waardoor de auto een tweede leven kreeg. Ze gaven ook een testrit aan een opkomende Schotse eenzittercoureur, die meteen de beste tijd ooit neerzette met een E-type. Zijn naam was Jackie Stewart en hij behaalde de overwinning met de auto op Brands Hatch.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 11
Bob Tullius behaalde overwinningen in de Amerikaanse SCCA-raceserie met zijn Jaguar E-Type van Group 44

Meest populaire race-Jaguar ooit?
Na de introductie van een V12-motor in 1971, beleefde de E-type een heropleving van het racesucces in de Verenigde Staten, waarbij coureurs Lee Mueller en Bob Tullius van het Group 44-team het met de uit Coventry geïmporteerde auto’s opnamen tegen hun rivalen (Corvette) in de SCCA-serie. Sindsdien wordt er met de E-type nog steeds volop geracet, altijd in bezit van particuliere eigenaren. De E-Type is een populaire en succesvolle inschrijving in nationale en internationale historische sportwagenseries. De E-type was misschien niet Jaguar’s meest succesvolle racer, maar zijn erfenis is misschien wel Jaguar's meest populaire raceauto ooit.

Jaguar E-Type 15 maart 1961 12

Het restaureren van een fabrieksraceauto uit de jaren '60 is niet eenvoudig voor Jason Len en zijn Jaguar E-Type uit 1964, een YouTube filmpje van ongeveer 8 minuten geproduceerd door Petrolicious:

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS