Autosport Internationiaal Singleseaters • Indy Car

Xclusief Arie Luyendijk: Over Wheldon, Arie Jr., Verstappen en Schumacher

Uitgegeven door Casper Bekking • 2 november 2011 16:48

HOCKENHEIM - Tijdens de DTM-finale op het F1-circuit van Hockenheim stond niemand minder dan tweevoudig Indy 500-winnaar Arie Luyendijk aan de start in de Scirocco R-Cup. De illustere Nederlander beleefde veel plezier in de zogenoemde Legends Cup, waar hij het opnam tegen Mattias Lauda, Juha Kankunen en Patrick Tambay. RaceXpress.nl was ter plaatse en sprak uitgebreid met de in Amerika woonachtige Brabander.


RX: Hoe is het idee ontstaan om met de Scirocco R-Cup op het circuit van Hockenheim te gaan rijden?
“Via via ben ik benaderd om deel te nemen met deze klasse. Ik vond het een leuk idee om weer eens op Hockenheim te rijden. Ik hoorde van Mark Blundell dat hij op Brands Hatch samen met Johnny Herbert veel lol heeft gehad in dit kampioenschap. Later hoorde ik dat ook Jan Lammers eens in de Scirocco heeft gereden. De gastrijders konden vorig seizoen nog redelijk goed meekomen, dit jaar is het verschil veel groter. De auto schijnt wat lastiger te besturen te zijn dan in 2010 het geval was. Alle Legends waren in de achterhoede te vinden, alleen Mattias Lauda kon in de training en kwalificatie nog meekomen in de middenmoot maar hij racet nog volop dus dat telt eigenlijk niet.”


RX: Was het lastig om met de voor jou onbekende Scirocco direct snel te zijn?“Het rijden in een onbekende auto is niet zo erg, met een achterwiel aangedreven bolide ga ik al vrij snel hard. Ik had echter nooit eerder in een voorwiel aangedreven raceauto gezeten. En zo’n auto met weinig vermogen moet je goed managen wil je goede rondetijden neerzetten. Wat bleek: bij alle langzame bochten die je in de tweede of derde versnelling neemt, remde ik iets te laat. Daardoor kreeg ik last van onderstuur omdat ik de apex telkens net miste. Ik moest dus even dimmen, wat eerder op de rem. Ook heb ik voorafgaand aan het weekend een goed advies van Jan Lammers gekregen: ‘Je bent niet meer zo snel als vroeger maar af en toe kan je redelijk meekomen. Je moet vooral plezier maken en het niet te serieus bekijken’. Dus ik heb lol gehad, zelfs toen ik spinde!”


RX: Herkende je nog iets van de Hockenheimring?
“Ik heb nooit eerder op het nieuwe circuit gereden, op vrijdag reed ik er mijn eerste meters. Ik kende het Motodrom natuurlijk nog wel, dat is hetzelfde als vroeger. In het verleden ging je volgas het bos in, zonde dat het nu anders is.”

RX: Zo vaak race je niet meer, wat was je vorige actieve deelname?
“Ik rijd zo nu en dan ergens een race. Ik weet echter nog niet of ik dat volgend jaar blijf doen. Het liefste ga ik een dag goed testen met een auto voorafgaand aan een raceweekend maar dat was in dit geval niet mogelijk. Nou ja, het kon wel maar dan moest ik daarvoor speciaal heen en weer vliegen vanuit Amerika. Dat had geen zin.”

“In juli heb ik met een Audi R8 deelgenomen aan de 24 uren van Spa-Francorchamps. Daar reed ik met drie betalende rijders. Een aantal Legends, Eddie Cheever, Mark Blundell, Johnny Herbert en ik, reden met een aantal coureurs die geld meenamen. Dat was een leuke mix. Het ging ook wel aardig maar ik stapte pas na negen uur in, toen hadden we al elf ronden achterstand. Ik reed een paar stints en dat ging wel lekker maar drie uur achter elkaar racen is toch wel lang. Het was half nat, half droog. Die omstandigheden lagen mij wel, ik reed op dat moment de vierde snelste rondetijd. Maar toen het later helemaal droog werd waren we nergens. De banden waren na een paar ronden helemaal op en konden niets beginnen tegen de rijders op ander rubber. Het was een kwestie van overleven maar het was wel erg leuk.”

RX: Dus volgend jaar weer 24 uur naar Spa-Francorchamps?
“Misschien wel, de teameigenaar heeft een aantal McLarens gekocht. Ik wacht de uitnodiging af. Destijds ben ik voorafgaand aan het evenement tweemaal naar Europa gekomen om te testen. Dat was nodig, want het was even wennen in die R8. De auto bevatte allemaal hulpmiddelen waar ik nooit eerder mee had gereden. Toch blijft het erg leuk om te doen al merk je wel dat je een dagje ouder wordt.”


RX: Even over een ander onderwerp: hoe staat het met de carrière van je zoon Arie Junior?
“De carrière van Arie Junior staat momenteel op een laag pitje. Hij heeft lang in de Indy Lights gereden maar is nooit doorgestroomd naar de IndyCar Series. Met uitzondering van de deelname aan de Indy500 die ik zelf in elkaar had gezet. Dat doe je met passie en enthousiasme, maar als je je verstand zou gebruiken, zou je inzien dat je het niet had moeten doen. Afgelopen jaar reed Arie Jr. twee races in de Lights, het seizoen ervoor ook. Dan kwam er een team dat hem vroeg om een race te rijden maar dan bleken ze de zaken niet geheel op orde te hebben. Helaas konden we geen geld meer vinden om verder te rijden. Het zou leuk zijn als hij in de GT’s zou kunnen gaan racen, in welk kampioenschap dan ook.”


“Op dit moment houdt hij zich veel bezig met karting. Hij is de Amerikaanse importeur van het merk Zanardi. Dit jaar heeft hij zo’n dertig chassis' verkocht en rijdt zelf ook vaak mee in de 125cc schakelkarts. Hij is veelal voorin te vinden en beleeft er veel plezier aan.”

RX: En jijzelf, waar houd jij je zoal mee bezig?
“Ik coach elk jaar wel een rijder tijdens de Indy500, zoals ik een aantal jaar geleden met Robert Doornbos deed. Verder ben ik vaak op circuits te vinden met een two-seater IndyCar. Daarnaast ben ik met de IndyCar Series bezig om deel te gaan nemen in de Safety Group en als rijdersbegeleider. In die SG zitten nu twee mannen maar eentje stopt ermee. In november hoor ik of dat iets gaat worden. Verder doe ik zo nu en dan promotiewerk voor de kledingsponsor van het kampioenschap. En daarnaast heb ik gewoon een normaal thuisleven.”


RX: De IndyCar Series stonden recentelijk in het middelpunt van de wereldwijde media na het dodelijke ongeval van Dan Wheldon.
“Ja, dat is natuurlijk verschrikkelijk wat er daar is gebeurd. Ik ga er nog elke dag mee naar bed en wordt er ’s morgens mee wakker. Dan Wheldon was een topgozer, ik kende hem goed. Hij was voorafgaand aan die race de laatste rijder die ik een high five gaf om hem succes te wensen. Ik kende Dan al bijna tien jaar, sinds zijn eerste race in Amerika.”

“Dit is echter zo’n ongeluk waarvan al lange tijd in de lucht hing dat het eens zou gebeuren. Ik was na elke race blij dat de vlag was gevallen en er niemand in de hekken was gevlogen. Dit soort klappers hebben natuurlijk wel vaker plaatsgevonden, dus iets dergelijks had al veel eerder kunnen gebeuren. Er is een aantal coureurs dat geluk heeft gehad dat zij niet met de cockpitkant in de hekken zijn geklapt, zoals Mike Conway tijdens de Indy500. Er moet goed bestudeerd gaan worden wat er gedaan kan worden om dit te voorkomen. Ik heb wel een aantal ideeën om de zaak veiliger te maken. Zo moet er een andere rolbeugel ontworpen worden, zoals het hoofd van de rijder niet kan worden geraakt. Net zoals in drag racing moet de rijder worden ingepakt, zowel voor als achter het hoofd een rolbar. Het zicht voor de coureurs wordt dan wat minder maar het is zeker het overwegen waard. Dat is wel lelijk, maar who cares.”


“Ook zijn er ideeën voor de hekken maar die zijn heel duur en heel moeilijk te verwezenlijken. Zo zou er veiligheidsglas voor de hekken geplaatst kunnen worden, net zoals in vliegtuigen wordt gebruikt. Op het moment dat een auto het glas raakt glijdt hij terug naar beneden. Zodra nu een hek wordt geraakt, wordt de hele auto uiteengereten. Als je ziet hoeveel schade zo’n auto na een dergelijke crash heeft, het is net alsof de bolide opengescheurd is. Na dit soort ongelukken ben ik even helemaal afgeknapt op de racerij.”

RX: Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Dat erkende Jos Verstappen recentelijk ook, die na zijn demonstratie in de Tyrell F1-bolide tijdens de Masters of Formula 3 weer de kriebels kreeg en overweegt opnieuw te gaan racen. Ook daarvan was Arie Luyendijk op de hoogte.
“Jos was een aantal jaar geleden bloedsnel met de Porsche RS Spyder. Hij heeft zich sindsdien beziggehouden met Max en dat snap ik wel. Er zullen echter voldoende teams zijn die hem willen hebben als rijder. In de GT’s moet hij ongetwijfeld ergens een zitje kunnen vinden, maar Jos wil enkel instappen als hij kan winnen. Dat is logisch, dat wil iedereen. Maar misschien is hij nu tot de conclusie gekomen dat hij lekker wil racen omdat hij het leuk vindt en de sport mist.”


RX: En wordt ook het Formule 1-circus in huize Luyendijk nog enigszins bijgehouden?
“Ik kijk alle races op televisie, maar ben er al tijden niet meer live bij geweest. Ik vind het wel bijzonder dat Michael Schumacher nog steeds hard gaat, de laatste races heeft hij sterk gepresteerd. Het eerste jaar was lastig voor hem, maar in de periode dat hij niet reed is de techniek toch behoorlijk veranderd, evenals de rijstijl van de bolides. Ik ben toch wel fan van hem, ik vind het erg knap wat hij doet. Wel is het een beetje saai dat Red Bull zo domineert, maar dat zet ik dan even opzij en kijk ik naar de gevechten om de plaatsen daarachter. Het zou leuk zijn als Ferrari voorin net wat beter mee kon doen, dan zijn er zes auto’s die elke race strijden om de zege.”

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS