Milan Coppens nu al één van de snelsten in de Rotax Max Junioren: "Leuk dat ik als enige Belg..."

GENK - Terwijl Formule 1-coureur Stoffel Vandoorne in Australië in de punten reed, denderde de aanstormende kartbelofte Milan Coppens naar de poleposition en richting het podium. En dat was knap. Want als rookie in de sterk bezette Rotax Max Junioren-klasse in het Nederlands kampioenschap is geen sinecure. Toch slaagde de inwoner van Oud-Heverlee erin zondag in Genk zich te melden tussen de snelste rijders. Het was de bevestiging dat het met zijn snelheid wel goed zit.

Dat Milan meedeed aan de eerste ronde van het NK had hij aan zijn monteur Patrick Smeulders te danken. Onder zijn hoede richt de jonge Belg zich dit seizoen op het BMC- en het BNL-kampioenschap, maar hij reed in de training zo sterk dat Smeulders zei: ‘Milan, jij moet laten zien wat je kan in het Nederlands kampioenschap’. Aldus geschiedde.

Al gauw bleek dat zijn monteur Milans vorm goed had ingeschat. “Tijdens de trainingen reed ik meteen rond op de eerste en tweede plek”, blikte hij terug. Verbaasd daarover was de beloftevolle karter overigens niet. “Dit is mijn thuiscircuit en ik ben hier altijd snel.” Zijn eerste tijd tijdens de kwalificatie was daarvan het ultieme bewijs. “Ik wachtte lang voordat ik aan mijn snelle ronde begon. Ik was al een rondje gedubbeld door de anderen. Na drie rondes reed ik mijn snelste tijd en die was goed voor de pole.”

De concurrentie was wakkergeschud: Milan was een rijder om goed in de gaten te houden. Dat bleek wel tijdens de prefinale, want al in de derde linkerbocht kwam hij in een scrimmage en viel hij terug naar de dertigste en laatste plaats. Wat hij daarna liet zien, was heel knap, vooral voor een rookie. “Ik heb me nog kunnen terugvechten naar de zevende plaats. Ik deed ook nog een mooie inhaalmanoeuvre. Ik haalde drie jongens tegelijk in. Ik was zoveel aan het inhalen dat ik dacht: het kan nog een leuke race worden.” Zo had hij laten zien dat hij erg goed kan inhalen en dat was iets positiefs. “Voorheen was ik nog niet zo zelfverzekerd tijdens het inhalen. Na vandaag ben ik dat wel. Ik weet nu dat ik het kan.”

Doordat Milan zich had opgewerkt naar die zevende plaats had hij ineens volop perspectief op een mooi resultaat in de finale. Jammer genoeg verliep die niet helemaal zoals gehoopt. “De start ging niet zo goed omdat ik naar buiten werd gedreven. En tijdens de eerste rondjes waren mijn banden niet goed op temperatuur.”

Toch slaagde hij erin zich op te werken naar de vierde plaats. “Toen wilde ik de nummer drie inhalen, maar dat ging niet zo als ik had gehoopt. Ik dacht er buitenom te gaan, maar toen kwam iemand me aan de binnenkant voorbij. Ik moest uitwijken waardoor ik snelheid verloor. Toen kwamen me nog twee jongens me voorbij.” Zo kwam hij als zevende over de finish. Omdat twee jongens die voor hem waren geëindigd een tijdstraf kregen, werd Milan uiteindelijk als vijfde geklasseerd.


Hij had bovendien de snelste rondetijd gereden in de finale, andermaal het bewijs dat hij bij de snelsten van het veld hoort. Knap voor een rookie, maar tevreden was hij niet echt. “Want ik ben nog niet tevreden als ik tweede ben. Voor mij telt alleen de eerste plaats. Maar de snelheid was er, en ik vind het leuk dat ik als enige Belg tussen allemaal Nederlander de snelste ronde heb gereden!”

Zo kon Milan toch met een goed gevoel vertrekken. Hij weet dat de snelheid er is, zo liet hij zien met de pole en inhalen kan hij nu als de beste.

Milan Coppens bedankt Patrick Smeulders en zijn vader en moeder.