SPECIAL: BMW keert terug naar Le Mans, een nieuw hoofdstuk in haar rijke historie
Uitgegeven door Wim Boekel • 24 september 2017 16:18
In 2018 komt BMW Motorsport naar het FIA World Endurance Championship en daarmee keert het merk voor het eerst sinds 2011 weer terug tijdens de 24 uur van Le Mans. Het merk uit Bayern heeft een lange traditie met het Circuit de la Sarthe, welke al terug gaat tot 1939.
BMW 328
Jaren ’70 en ‘80
In het jaar 1939 kwam een BMW 328 aan de start in Le Mans. De auto wordt eerste in haar klasse en legt beslag op de vijfde plek algemeen. In totaal legt de Duitse bolide 236 ronden af. Daarna duurt het tot 1972 dat BMW terugkeert naar de Franse endurance klassieker. In dat jaar zet Schnitzer Motorsport de BMW 2800 CS in. In de jaren daarna neemt het merk geregeld deel aan de 24 uur van Le Mans, maar altijd via privéteams.
BMW 2800 CS
In deze periode komt ook de spectaculaire M1 in actie in Le Mans.Gedurende acht jaar rijden maar liefst 22 auto’s van dit type de race. Het aantal BMW’s wat de race uitrijd is echter teleurstellend, het zijn er slechts zeven. Waarbij wel moet worden opgemerkt er wel twee klasse overwinningen werden behaald. Dit lage aantal komt door de sterke competitie en de slechte betrouwbaarheid. Onder de coureurs die in de spraakmakende bolide reden waren onder andere Johnny Cecotto, Hans Stuck, Philippe Alliot, Christian Danner, Didier Pironi en Manfred Winkelhock. Onder de coureurs die de M1 in Le Mans hebben gereden is voormalig F1-teambaas Eddie Jordan. De Ier kwam in 1981 in actie met Steve O’Rourke, die op dat moment de manager van Pink Floyd was.
McLaren F1 GTR
In de periode daarna van 1993 tot en met 2000 worden door diverse teams de BMW-motoren gebruikt. De bekendste bolide hiervan is de McLaren F1 GTR, welke in actie komt met de BMW S70 6.1 liter V12. In 1995 komen er vijf van deze bolides aan de start. Na een zwaar gevecht met de 'Courage Competition-prototype' haalt het Britse merk de overwinning binnen.
Wat voor een indrukwekkende V12 motor BMW met de S70 krachtbron had gemaakt, blijkt uit het volgende feit: de uiteindelijke winnende #59 McLaren is niets meer of minder dan de eerste en enige GTR-testauto. Voor deelname aan Le Mans 1995 had McLaren reeds alle gebouwde GTR’s verkocht, op het prototype na. Het Japans/Britse team Ueno Clinic wist de fabriek in Woking op het nippertje toch over te halen hen de auto te verkopen. Chassis #01R, met die legendarisch huilende BMW V12 gemonteerd voor de achterwielen, had toen al een paar maanden met testsessies achter de rug.
Dat jaar, 1995, wordt wel de kortste afstand gereden sinds de jaren ’50. De overige McLarens komen op plek drie, vier, vijf en dertien binnen en twee bolides halen de finish niet. De winnende BMW werd gereden door Yannick Dalmas, Masanori Sekiya en JJ Lehto. De winnende GTR rijdt daarna nooit meer een wedstrijd. Daarna komt het legendarische model nog in 1996, 1997 en 1998 in actie, maar kan ondanks de sterke prestaties niet op tegen de Porsches. Het jaar daarna worden de McLaren F1 GTR’s niet meer toegestaan.
BMW V12 LM en V12 LMR
In 1998 komt BMW met een prototype aan de start. De auto is een samenwerking tussen Williams F1 en BMW. Tijdens de 24 uur van Le Mans-testdag worden twee BMW's V12 LM ingezet door Schnitzer Motorsport. De prototypes komen niet verder dan een elfde plek achter Porsche, Toyota, Nissan en Mercedes-Benz. Deze merken rijden een Grand Tourer-stijl auto, welke in principe trager is dan het Le Mans-prototype waarmee BMW rijdt. Tijdens de kwalificatie voor de race op het Circuit de la Sarthe gaat het al beter met de BMW V12 LM. De auto zet een zesde kwalificatie neer. De race verloopt niet gelukkig voor de beide auto’s. Er worden vibraties in de aandrijving ontdekt, na 43 ronden wordt de nummer 2 auto uit het evenement gehaald en na 60 ronden volgt de eerste auto van het team. De twee prototypes worden door Schnitzer, Williams en BMW aan de kant gezet en starten opnieuw met de V12 LMR. De twee bolides worden aan privéteams verkocht.
In 1999 komt BMW met deze nieuwe LMP900 prototypes terug naar Le Mans. Beide worden met een art-livery ingezet. Het wordt een sterk weekend voor de Duitse bolides. In de slotfase van de race crasht JJ Lehto echter met de bolide #17, doordat het gaspedaal blijft hangen. De leiding komt vervolgens terecht bij de BMW LMR #15.
BMW V12 LMR
De auto ligt minder dan een ronde voor op de op de tweede plek liggende Toyota. De Toyota komt in het laatste uur dichter bij de Duitse bolide, maar valt, met de leidende BMW bijna in zicht, terug in het klassement omdat de wagen op hoge snelheid een klapband krijgt. Ironisch genoeg is het de door een privéteam ingezette BMW V12LM van het fabrieksteam van het jaar daarvoor, die door een onhandige touché met de Toyota voor deze klapband verantwoordelijk is. Het betekent dat Joachim Winkelhock, Pierluigi Martini en Yannick Dalmas de BMW V12 LMR naar de overwinning brengen.
Le Mans winnaars met BMW: Winkelhock, Martini en Dalmas
In 2000 keert BMW echter niet meer terug naar Le Mans, omdat het Duitse merk met Williams in de Formule 1 stapt. Toch laat BMW de bolides niet helemaal verloren gaan en rijden ze dat jaar nog in de American Le Mans Series.
BMW en Spyker
Een voor velen onbekend maar leuk ‘BMWeetje’ met een oranje randje, is het feit dat de Spyker C8 Double 12R, die het team Spyker Squadron op Le Mans 2002 inzette, ook door een motor uit Bayern werd aangedreven. Dit keer ging het om een 4.0 liter V8 krachtbron. Deze motor heeft zijn strepen ruim verdient in de E39 M5 en werd voor de competitie Spyker door de Zwitser Heini Mader getuned tot de luid brullende publiekslieveling dat jaar.
2010 en 2011
In 2010 en 2011 is BMW weer actief als fabrieksteam in Le Mans. In deze jaren komt de GT2 in actie en zet het Duitse merk met Schnitzer de auto’s in op het Circuit de la Sarthe. In 2010 komen de GT’s in actie als art-car en het jaar daarna rijden de auto’s in de bekende BMW Motorsport-kleuren. In 2010 rijdt de auto met coureurs Jörg Müller, Agusto Farfus en Uwe Alzen naar een zesde plek in de GT2 klasse en een 43e plek algemeen. De tweede auto van het team eindigt twee plekken lager.
In 2011 keren er wederom twee BMW M3’s terug naar het Circuit de la Sarthe. Dit keer komen de auto’s in de nieuwe LM GTE-Pro klasse in actie. In deze klasse pakt de bolide met het startnummer 55 de pole position. De andere bolide pakt de derde positie. Daarnaast komen er in de LMP2 maar liefst vijf bolides in actie met een BMW-Judd-motor. In de race verliest BMW al snel de leiding, omdat men vecht met de grip op de baan en moet men Corvette voorbij laten gaan. De auto met het startnummer 56 met de coureurs Andy Priaulx, Dirk Müller en Joey Hand leggen na 24 uur racen beslag op de derde positie in de LM GTE-Pro. De auto die eerder in de week nog pole position pakte met de rijders Augusto Farfus, Jörg Müller en Dirk Werner halen de finish niet. Daarna wordt het stil rondom BMW en Le Mans. Het Duitse merk keert nu terug naar het legendarische Circuit de la Sarthe om een nieuw hoofdstuk aan haar autosport geschiedenis toe te voegen.
BMW M3 GT2 Art Car onderweg op Circuit La Sarthe in 2010
2018 BMW M8 GTE
Na zeven jaren afwezigheid op Le Mans, keert het officiële team van de Bayerische Motor Werke nu weer terug naar de, voor miljoenen endurance fans, heilige gronden van Le Mans. BMW neemt direct geen halve maatregelen en zet zowel in het internationale WEC als in de Amerikaanse IMSA series, twee van deze hagelnieuwe GT-bolides in. De eerste keer dat we de auto’s dan ook in actie kunnen zien, is tijdens de traditionele opener van het internationale sportscar seizoen: de 24 uren van Daytona in Januari 2018.
Uitgerust met de 4 liter twinturbo V8 uit de huidige M5 en de aanstaande M8 sportauto, gaat BMW zich mengen in de zwaarst bevochten klasse binnen de huidige sportscar racerij, de GTE-klasse. Een klasse die meer en meer aan populariteit wint onder de autofabrikanten. Na Aston Martin, Ford, Porsche en het semi-fabrieksteam van Ferrari, mengt BMW zich volgend jaar ook in de strijd. De toekomst moet gaan leren of de autofabrikant uit Bayern een mooi hoofdstuk aan haar rijke historie in Le Mans gaat toevoegen in dit zwaar bevochten veld.
Dit artikel is een samenwerking van Wim Boekel en Remco van Stroe
