Formule 1

ANALYSE: De autosportladder richting de Formule 1: Wat moet er op de schop?

Uitgegeven door Casper Bekking • 15 augustus 2012 15:10

Een carriere in de autosport begint vaak in de karting en via verschillende tussenstappen kan een talentvolle coureur uiteindelijk de koningsklasse bereiken: de Formule 1. Maar welke raceklassen daartussen de beste kansen geven om door te stromen naar de top van de autosport is veelal onduidelijk. Er bestaat een grote verscheidenheid aan raceklassen waarin talenten strijden om erkenning, maar het vergelijken van deze klassen blijft lastig. Tevens is het principe: 'de een z'n dood is de ander z'n brood' van toepassing. De Formule 3 EuroSeries stonden meerdere malen op omvallen nadat de GP3 Series werd geintroduceerd. Meer dan twintig talenten die anders grotendeels in de Formule 3 hadden gereden, kiezen nu voor het voorprogramma van de Europese F1 Grands Prix. De F3 blijft achter met schamele velden.


Gerhard Berger, die via de Formule Ford en de F3 de F1 bereikte, denkt dat er een duidelijke structuur moet komen in de autosportladder. Daarmee zouden jonge talenten hun carriere beter uit kunnen stippelen en de beste coureurs boven komen drijven. Berger, momenteel president van de FIA Single Seater Commission, reageert in het InMotion magazine op de problemen die door deze verschillen in raceklassen ontstaan. Daarbij noemt de Oostenrijker de Formule 3 als voorbeeld. Coureurs kunnen in deze klasse in verschillende series uitkomen, zoals het Duitse, Britse en Europese kampioenschap. Hierdoor kunnen talenten niet meer één op één vergeleken worden, en dat vindt Berger jammer:

“Het systeem doet niet langer wat het moet doen: een talentvolle rijder een CV geven waarmee hij door kan stromen naar de Formule 1”, legt hij uit. “Er zijn te veel kampioenschappen en de aandacht daartussen is te ver uitsgesplitst. Mensen klagen dat de beste coureurs nu verspreid zijn, waardoor je bijvoorbeeld niet meer naar de Britse Formule 3 kunt kijken en kunt zeggen dat een coureur zeker in de Formule 1 terecht komt.“


De keuzes van een aantal Nederlandse talenten maken deze grote verscheidenheid aan raceklassen goed zichtbaar. Zo is de huidige Caterham F1-testcoureur Guido van der Garde na de kartsport begonnen in de Formule Renault 2000, maakte een tussenstap naar de Formule 3 en kwam uitendelijk weer in de Formule Renault 3.5 terecht. Via de GP2 wist het de coureur uiteindelijk een testzitje bij het Formule 1-team van Caterham te bemachtigen. De huidige kampioenschapsleider in de Renault 3.5, Robin Frijns, startte zijn autosportloopbaan in de Formule BMW, en stroomde via de Formule Renault 2.0 door naar de topklasse van de World Series by Renault. Daarmee blijkt de Formule Renault een geliefde opstartklasse bij de Nederlanders te zijn, want ook huidig GP2-coureur Nigel Melker reed zijn eerste autoraces in dit kampioenschap. Via de GP3 en gelijktijdig de Formule 3 kwam de rijder in de GP2 terecht. Ook voor het jonge talenten Nyck de Vries, opgenomen in het McLaren Young Driver Development Programme, was dit de vervolgstap na het karten. Beitske Visser pakte het echter anders aan. Net als Indy Dontje komt de snelle dame dit jaar uit in de ADAC Formel Masters, terwijl Brits Formule 3-coureur Hannes van Asseldonk de autosportladder via de Formule BMW beklom.


Maar hoe moet er dan meer overzicht in de autosportladder komen? Gerhard Berger pleit voor een flinke herstructurering: “Het belangrijkste is om de F3 uit te sorteren. Voor mij was dit altijd de meest belangrijke klasse voor jonge rijders. Dit is waar je voor het eerst echt kunt zien hoeveel talent iemand bezit. Maar tegenwoordig zijn er zo veel kampioenschappen, zelfs binnen de Formule 3, dus zou ik als eerste een nieuw FIA Europees Formule 3 kampioenschap introduceren. Dit is niet bij iedereen populair, omdat veel gevestigde belangen zijn, maar daar geef ik niets om. We moeten met een nieuw platform starten en dat is dit nieuwe kampioenschap.”

Bij de introductie van een Europees kampioenschap vergeet Berger de nationale raceklassen echter niet. “Het komt goed samen. Het is belangrijk om sterke Nationale kampioenschappen op te zetten met dezelfde reglementen. Dat is op dit moment nog een project en het zal nog wel wat tijd kosten.”


De herstructurering kost zoveel tijd omdat er volgens Berger niet zomaar een nieuwe klasse opgestart moet worden, maar juist een betere. En wat houdt dat in? “Eerst heb je slimme reglementen nodig. En dan moet je de kosten terugbrengen. Als een land geen voldoende sterk kampioenschap heeft, kan het gaan samenwerken met een ander land, of er kan een soort finale komen tussen de toprijders uit de verschillende Nationale series. Wat we moeten doen is het huidige systeem open breken!”

Maar niet alleen in de F3 moet er wat gedaan worden. Ook een stapje hoger op de ladder bestaan er veel verschillende kampioenschappen, zoals de Formule 2, GP3, GP2 en Formule Renault 3.5. Verder geeft Berger ook aan dat er een stap mist tussen de kart- en autosport: “We missen iets tussen de karts en de Formule 3, noem het Formule 4 als je wilt. We werken daar aan. Het moet niet te complex zijn, maar het moet een uitdaging zijn, zodat zij [de coureurs] kunnen leren.”

Gerhard Berger is daarmee dus duidelijk: de autosport heeft meer structuur nodig. Er moet een duidelijk stappenplan komen waarmee talenten de ladder naar de Formule 1 kunnen beklimmen. Het is nu aan de FIA en de betrokken partijen om daar in de nabije toekomst een oplossing voor te bieden.


Tekst: Mara Wustmans

 

MEER NIEUWS...

Babe-box

Xtra

COLUMNS